10 graden maar zonnig, moet je dan al zonnecrème smeren? Dermatologen: “Is de lucht hemelsblauw?”
De lente hangt in de lucht, deze week. Maar hoe schadelijk is de eerste lentezon? En hoe groot is de kans dat je al verbrandt? Twee dermatologen geven antwoord en leggen ook uit wat de crème de la zonnecrème is voor zachte lentezonnestralen. “Om te weten wat je nu moet smeren, moet je een onderscheid maken tussen de verschillende soorten uv-straling.”

Het weerbericht vandaag en de komende dagen ziet er fantastisch uit. Het blijft droog en vooral: lekker zonnig. Allemaal naar buiten dus, zonnebril op en genieten maar. Al is het aangeraden om ook meteen voorzichtig te zijn, want zelfs de eerste zonnestralen zijn schadelijk voor je huid.
Of je al dan niet verbrandt door de zon, heeft niets te maken met hoe warm het buiten is. Wel met de sterkte van de uv-straling die de aarde bereikt. Die straling wordt weergegeven op een schaal van 0 tot en met 10. De uv-straling neemt toe naarmate de zomer nadert, waarbij we in hartje zomer vaak te maken krijgen met uv-waardes rond de 7 à 8. Bij zo’n hoge waarde verbrand je binnen het kwartier als je zonder zonnebescherming de deur uitgaat.
Vals gevoel van veiligheid
Maar hoe zit het dan op zonnige lentedagen? Dermatoloog Ingrid Van Riet vertelt: “Of je al dan niet zonnecrème moet gebruiken, hangt van de situatie af. In de lente is de uv-concentratie minder, waardoor je echt niet elke dag zonnecrème hoeft te smeren.”
Concreet: “Is het buiten bewolkt of zit je voornamelijk binnen? Dan is een zonnecrème niet per se nodig. Maar stel dat de lucht hemelsblauw is en je een flinke wandeling gaat maken, dan haal je wél best de zonnecrème boven.”
Ja, ook vandaag neem je dus het best de nodige voorzorgen als je naar buiten gaat. Maar wat houdt dat precies in? Eerst en vooral moet je een onderscheid maken tussen de verschillende soorten uv-straling. “Uv B is vooral iets van de zomer, terwijl de zon het hele jaar door uv A-straling afgeeft”, zegt Ciska Dings, producent van zonnecrèmes.
En laat die uv A nu net de belangrijkste factor van huidveroudering zijn (denk: verslapping, rimpels en bruine vlekjes). Willen we liever niet, dus is smeren de boodschap. Dings: “Schijnt de zon? Smeer dan tegen uv A. Die bescherming herken je aan het cirkeltje met de letters uv A op de verpakking.”
En mijn dagcrème dan?
Dermatologe Ingrid Van Riet voegt daar nog aan toe: “Vertrouw op dagen als vandaag niet alleen op dagcrèmes met een zonnefactor. Op zich kunnen ze geen kwaad, maar ze geven een vals gevoel van veiligheid. Dagcrèmes bevatten misschien wel een uv B-filter waardoor je minder snel verbrandt, maar ze beschermen minder tegen uv A. Dat komt omdat uv A-filters vaak een witte of glanzende film achterlaten, waardoor ze niet ideaal zijn in een cosmetisch product zoals dagcrème.”
Waarom doet dat eerste lentezonnetje zo veel deugd, trouwens?
De dagen worden langer en de zon komt steeds vaker van achter de wolken piepen. Zàlig. Het maakt je blij, je energiepeil is vijftig maal groter en je lijkt helemaal te herleven. De psychosociale impact van de zon is enorm, bevestigt psychologe Liesbeth Saerens. “De zonnestralen lokken ons naar buiten: we zien meer mensen en genieten des te intenser van het samenzijn. Bovendien associëren we de zon onbewust met vakantie, waardoor we ons ontspannen en opgewekt voelen.”
Dat al die zonne-energie de mentale batterijen oplaadt, is zelfs wetenschappelijk te verklaren, vertelt arts Luc Swinnen. “Dankzij de zon maakt ons lichaam serotonine aan. Dat is een neurotransmitter, een soort van chemisch stofje dat ons brein in gang zet en boodschappen verstuurt tussen de hersencellen en ons lichaam. Wat serotonine zo bijzonder maakt, is dat het belet dat we depressief worden. Eigenlijk geeft de zon ons dus zomaar een antidepressivum cadeau.”
We plukken er ook fysiek de voordelen van. Zonlicht stimuleert de aanmaak van vitaminen en mineralen, waarvan de bekendste vitamine D is. Die BV-status (bekend vitamine) is volledig terecht, vindt de arts. “Vitamine D zorgt voor de aanmaak van gezonde botten, verbetert onze immuniteit en levert energie, zowel fysiek als mentaal”, zegt Swinnen.
Slechts één probleem: wij, Belgen, hebben het met onze breedtegraad niet getroffen. Een derde van onze landgenoten zou een tekort aan vitamine D hebben. Dat leidt in de eerste plaats tot vermoeidheid. Veel mensen zoeken daarom hun heil in supplementen, maar daarvan neem je er al snel te veel. Zelf is dokter Swinnen een grotere voorstander van gewoon regelmatig buitenkomen. “Tien minuten zon levert evenveel vitamine D op als gezonde voeding. Al doe je het best met de nodige bescherming.”