8 mythes over cellulite
Laten we al meteen de grootste mythe doorprikken: cellulite krijg je niet weg door drie weken een crème te smeren. Maar we kunnen er wel iets aan doen! Zolang we ons niet meer laten misleiden door fabeltjes ...

Mythe 1: Cellulite = cellulitis
Vraag je dermatoloog wat je aan je cellulitis kan doen, en hij of zij zal waarschijnlijk wel begrijpen wat je bedoelt. Sinaasappelhuid is een kwaal die door veel vrouwen (en zelfs enkele mannen) verguisd en aangekaart wordt. Maar eigenlijk is cellulitis een niet zo onschuldige aandoening van de huid: een onderhuidse bacteriële ontsteking die gepaard gaat met koorts en pijn en medisch behandeld moet worden. Terwijl cellulite een vrij onschuldig cosmetisch probleem is, veroorzaakt door een oneven vetverdeling en vochtophopingen. We kunnen er gerust mee leven. Als we dat zouden willen.
Mythe 2: eigen schult, dikke bult
Ontkennen heeft geen zin, onze levensstijl heeft wel degelijk invloed op cellulite. Steek je hand op als je een zittend beroep hebt, in je vrije tijd weinig beweegt, niet altijd even gezond eet of al eens een koffie, frisdrank of glas wijn drinkt. Maak je geen zorgen, onze hand stak ook in de lucht. Een ongezonde levensstijl doet cellulite geen goed, dat is ondertussen voldoende bewezen. Maar het is niet de enige oorzaak van alle chesterfieldleed. Familiale aanleg, hormonale invloed en zelfs je leeftijd kunnen ook een rol spelen. En verklaren waarom mensen met een hoger gewicht geen cellulite hebben, terwijl hun buren met een normale BMI er wel mee kampen.
Mythe 3: Vermageren is de beste remedie
De eerste keuze om vet te elimineren: diëten. Helaas doen velen onder ons dat vooral wanneer de nood het hoogst is. Lees: het bikiniseizoen breekt aan. Tijdens de wintermaanden baart cellulite ons minder zorgen, we wikkelen er gewoon een extra laag wol rond. Uit het oog, uit het hart. Daardoor wordt de verleiding natuurlijk groot om op donkere ochtenden een extra boterham met choco te smeren of op feestelijke dagen nog eens langs het dessertbuffet te passeren. Tijd genoeg om die winterjas weg te werken! En dat klopt, maar al dat jojoën heeft een nefast effect op de oneven vetverdeling onder je huid. En dus op je cellulite. Je kan beter een gezond gewicht proberen te bereiken en vooral te behouden. Dat kan op twee duurzame manieren: schaaf je ongezonde eetgewoontes bij en beweeg voldoende. We hebben het allemaal al duizendmaal gehoord, onze oprechte excuses dat we het niet spannender, revolutionairder of makkelijker konden maken.
Mythe 4: liposuctie helpt
Als cellulite - onder andere - veroorzaakt wordt door vet, dan laten we dat toch gewoon verwijderen? We gingen het probleem rationeel aanpakken en dit is daar een schoolvoorbeeld van, niet? Bovendien is vetverwijdering met de nieuwste technieken zo gebeurd. Helaas is die denkwijze te mooi om waar te zijn. Cellulite verbetert niet na een liposuctie, integendeel. Door vetcellen te elimineren, verzwakt je onderhuidse spanning en gaat je huid nog meer in een deuk liggen.
Mythe 5: Je kan je glad smeren
Nee, er bestaan geen wonderingrediënten die je billen in enkele weken putvrij maken. Maar op een mooi verzorgde, glanzende huid valt cellulite wel minder op. Bovendien helpen masseerbewegingen vochtophopingen reduceren. Natuurlijk is het kneedwerk dat je zelf uitvoert minder intensief en effectief dan de massages die een professional aanbiedt, eigenhandig of met behulp van een machine. Intensieve lymfedrainages hebben hun nut al bewezen in de strijd tegen cellulite. Maar weet wel dat ze niet instant werken en dat je ook na een succesvolle behandelreeks niet permanent cellulitevrij bent; geregelde opvolgbehandelingen blijven een must. En weet vooral ook dat aan die behandelingen een stevig prijskaartje hangt.
Mythe 6: Zon doet cellulite verdwijnen
Stel je voor: in de winter verstoppen we al onze schoonheidsfrustraties achter de hipste modetrends en na een portie zomerzon ontpoppen we weer tot de sierlijke vlinder die we eigenlijk zijn. Niet dus. Misschien zien je benen er beter uit met een bruine teint, omdat de kleurschakeringen die cellulite veroorzaken minder opvallen. Maar dat is een louter optisch effect. De zon verbetert de intensiteit van cellulite helemaal niet. Sterker zelfs: uv-stralen hebben een nefaste invloed op je huidkwaliteit en doen je spiegelbeeld of selfie op termijn meer kwaad dan goed. Wie toch wil profiteren van het camouflerende effect van een gebronsde topcoat, kan beter met zelfbruiners aan de slag. Succes!
Mythe 7: Alleen onsportieve mensen kampen ermee
Fout. Getuigen de foto's die af en toe opduiken van atleten en topmodellen met cellulite. Je zal maar op zo'n manier te kijk gezet worden. Gelukkig bestaat er ondertussen zoiets als #bodyshaming. Of wat dacht je van #cellulitesaturday? Achter de eerste hashtag gaan kritische stemmen schuil die het niet meer slikken dat mensen op hun uiterlijk afgerekend worden. #cellulitesaturday is dan weer de noemer waaronder heel wat vrouwen zich verzamelen die openlijk uitkomen voor hun vrouwelijkheid, inclusief cellulite. Niemand is perfect. Sportief of niet, slank of curvy, groot of klein, oud of jong, iedereen kan cellulite hebben. Want iedereen heeft een genetische aanleg en hormonen, twee medeoorzaken van cellulite. Zou het niet fijn zijn mocht niemand daar meer voor veroordeeld worden?
Mythe 8: Joggen maakt je slank en strak
Ja en nee. Joggen of een andere cardiotraining helpt je om gewicht te verliezen of, als dat niet nodig is, op een gezond gewicht te blijven. Dus trek je sportschoenen aan, of je nu cellulite hebt of niet. Maar het zijn vooral spierverstevigende oefeningen die een sinaasappelhuid kunnen beïnvloeden. Een betere spiertonus rekt je huid op, waardoor hoogtes en laagtes minder zichtbaar worden. Sportieve conclusie? Combineer cardio en gerichte oefeningen als je tegen de zonvakantie een strakker lijf wil. Ga joggen, fietsen, zwemmen ... Rol die sportmat uit in je woonkamer en oefen met je eigen lichaams-gewicht. Of sleep er thuis of in de fitness extra gewichten bij om de intensiteit van je work-out te vergroten.