‘Farm-to-face’-producten of hervulbare flesjes: zo maak je je beautycase duurzamer in 3 eenvoudige stappen
Duurzaam willen we allemaal zijn. Al is het maar een beetje. Maar in de praktijk is dat niet altijd zo simpel. Niet alleen in onze keuken of in onze kledingkast willen we er aandacht aan besteden, ook in de badkamer is het tijd om hand in eigen douche te steken. Daarom een (f)lesje ecologie: drie manieren om groener te zijn in de badkamer, en een overzicht van de merken die goed bezig zijn.

Wat is groen en staat in de badkamer? Simpel: het gemiddelde beautyproduct. Want aan de vooravond van 2022 heeft quasi ieder cosmeticamerk een duurzaamheidsplan in de pijplijn. Ze moeten wel, nu de Europese Unie met de European Green Deal komt: een ambitieus plan om tegen 2050 volledig te stoppen met het produceren van broeikasgassen. En zo geschiedde.
Een kleine bloemlezing van hoe grote bedrijven groener proberen te worden
• Beiersdorf – moederbedrijf van o.a. Nivea en Eucerin – lanceerde ‘Care Beyond Skin’, met als grootste doel om tegen 2030 volledig klimaatneutraal door het leven te gaan.
• Estée Lauder kwam met het ‘Green Score Program’, een manier om alle ingrediënten en formules te beoordelen op basis van hun ecologische impact.
• L’Oréal onthulde het duurzaamheidsproject ‘L’Oréal for the Future’, een programma vol maatregelen met betrekking tot klimaat, waterbesparing en biodiversiteit met als deadline 2030.
• Dior zweert bij regeneratieve landbouw (een productiemethode die de natuurlijke hulpbronnen versterkt in plaats van uitput) als hervulbare lipsticks.
• L’Occitane, MAC en Lush dachten elk een eigen inzamel- en recyclageprogramma.
• Unilever (Dove, Love Beauty and Planet) en P&G (Pantene, Head & Shoulders) plannen hun hoeveelheid plastic te halveren.
• Verzorgingsmerk Korres werkt samen met lokale boeren, uit sociale overtuiging, maar ook om hun CO2-uitstoot te beperken.
En dat is slechts het topje van de ijsberg, want er zijn nog tal van andere merken die een groene vinger in de ecologische pap hebben.
Al mogen we vooral niet vergeten dat ons ook een belangrijke taak rest. De cosmetica-industrie mag dan wel haar best doen, zelf hebben we minstens even veel invloed. Neem nu shampoo. Wie zo’n vaste shampoo bar gebruikt maar daarnaast een halfuur van een hete waterstraal geniet, ziet al die goede voornemens zo mee het afvoerputje in vloeien. Hoog tijd om hand in eigen douche te steken, dus. Dit zijn alvast enkele manieren waarop jij het verschil kan maken.
1. Skip plastic
Verpakkingen zijn verantwoordelijk voor de helft van het plastic afval op onze planeet, en daar heeft de beauty-industrie met al haar potjes en tubes een belangrijk aandeel in. Al is het ene plastic het andere niet. Skippen als je kan: virgin plastic. Deze soort wordt nieuw gemaakt (van olie of gas) en dat is – met de 8 miljard ton aan plastic die vandaag de dag al in omloop is – op z’n minst overbodig te noemen. Kies dus voor gerecycleerd plastic, idealiter in grote familieformaten. Beter nog: ga volledig plasticvrij met formules in vaste vorm. Nieuw en Belgisch is MŌRO Essentials: de ingrediënten krijg je in poedervorm, vervolgens meng je ze zelf met water in een fles die je kan blijven gebruiken. Zo reduceer je niet alleen het plastic tot een minimum, maar ook het transport.
2. Ga hervulbaar of recycleerbaar
Een groot probleem van de cosmeticabranche is dat een product slechts een beperkte periode doorbrengt in je handtas of badkamer voor het weer in de vuilnisbak belandt. De oplossing? Een flesje voor het leven in plaats van een flesje voor even. Dat gaat van hervulbare verpakkingen tot recyclagepunten waarbij je de oude verpakking in de winkel kan inwisselen. Jij koopt een nieuw product aan een verminderde prijs (of krijgt vanaf een aantal lege verpakkingen een product gratis), het merk kan de oude verpakking vervolgens netjes recycleren. Win-win.
3. Kies farm-to-face of circulair
Analoog aan de ‘farm-to-table’-trend ontstond ‘farm-to- face’: steeds meer beautymerken oogsten zelf de planten die ze gebruiken. Nichemerken Tata Harper en Jurlique hebben bijvoorbeeld hun eigen boerderijen. Grote huizen als Yves Rocher en Clarins bezitten enorme domeinen in Frankrijk waar ze alles zelf telen. Die laatste doen dat trouwens bewust volledig met de hand (enfin, paard en kar), zodat tractors en andere voertuigen de zuivere lucht niet vervuilen.
Een circulair systeem is dan weer uniek omdat reststoffen volledig opnieuw worden ingezet, zodat er niets verloren gaat. Dat kunnen restjes zijn uit de andere industrieën (denk: koffiegruis of houtschaafsel) die een tweede leven krijgen in onze badkamer, of misvormde groentes en fruit die niet geschikt zijn voor verkoop en anders meteen op de afvalberg zouden belanden. En er is meer: kappersmerk Wella helpt salons om hun afval te sorteren en te hergebruiken. Aluminiumfolie kan je bijvoorbeeld tot in de eeuwigheid recycleren, terwijl afgeknipte haarplukjes een nieuwe bestemming krijgen als tuincompost.