Bodypositivity maakt plaats voor 'bodyneutrality': deze 3 vrouwen zweren erbij. “Je mag van je lijf houden, maar het hóéft niet”
“Kunnen we onze lichamen alsjeblief normaliseren?”, roept popster Billie Eilish op. Ze pleit voor bodyneutrality, niet te verwarren met het populaire bodypositivity. Je aanvaardt je lijf zoals het is en focust meer op hoe het voor je zorgt. Dat is nog bevrijdender en geeft nog meer rust, vinden lingerie-ontwerpster Murielle Scherre, plussize blogster Marianne Nykjaer en styliste en actrice Hilde Destoop. “Heb ik een baaldag, dan word ik echt niet gelukkiger van die ‘hiep hiep hoera bodypositivity’-beelden.” Psychologen Gudrun Hespel en Liesbeth Woertman leggen uit hoe het precies werkt, neutraal zijn over je lijf. “Zie het als spiegeloverstijgend.”

Nu we er nét aan gewend zijn om ons lichaam in al zijn facetten te omarmen, is er een nieuwe trend: bodyneutrality. “Het grote verschil met bodypositivity is dat je niet per se positief hoeft te staan ten opzichte van je lichaam”, legt prof. psychologie Liesbeth Woertman uit. “Het mag, maar het is geen noodzaak. Eerder zie je je lijf als een gewaardeerde compagnon de route die je heel wat mogelijkheden biedt en die het verdient om ruimer beoordeeld te worden dan uitsluitend op schoonheid. Wat niet wegneemt dat we onmogelijk helemaal neutraal kunnen zijn over ons eigen lichaam. Dat zit cultureel-historisch te diep ingeworteld. Wat wél haalbaar is, is om de focus te verleggen en te beseffen dat elk lichaam per definitie goed genoeg is.”
F*cking kilo’s
Al decennia geleden gebruikten feministen de term bodyneutrality en dook hij hier en daar in de fitnesswereld op. Een échte boost kreeg hij toen actrice Jameela Jamil en – in haar zog – zangeres Taylor Swift zich op hun social media als ‘pro’ outten. “Laten we stoppen met commentaar geven op hoe een lichaam eruit hoort te zien”, was de boodschap. “Je mag van je lijf houden, maar het hóéft niet. Belangrijker is om jezelf te respecteren, ook al is je lichaam niet helemaal hoe je het zou willen.”
Ook in ons land lijkt bodyneutrality aan aanhangers te winnen. “Klopt”, bevestigt psychologe en personal trainer Gudrun Hespel. “Toen we vorig jaar onze BOOST!-app lanceerden(waarin bodyneutrality centraal staat, red.), hadden we geen idee of hij zou aanslaan. Vandaag hebben we bijna 30.000 volgers en er komen er dagelijks bij.” Wat die volgers precies aanspreekt? “Terwijl bodypositivity er vooral op gericht is omniet-standaardperfectelichamen – maatje minder of meer, met een beperking, enzovoort – positieve aandacht te geven in de media, wil de bodyneutralitybeweging dat we meer focussen op hoe ons lichaam voelt, en waarom. Los van de looks. Gaan fitnessen en niet denken aan de kilo’s die we er mogelijk mee kwijtspelen, maar wel aan wat de training met ons lichaam doet, hoe ons bloed er beter van gaat stromen, hoeveel stress we ermee kwijtraken, hoe deugddoend die douche achteraf aanvoelt… Spiegeloverstijgend, zeg maar, en dat werkt bevrijdend.”
“Op dat vlak was het leven vroeger toch eenduidiger. Je kocht een krant en zag daar misschien één advertentie voor een shampoo en één voor een dagcrème. Nu spreken we over veelvouden. Uit een recent Nederlands onderzoek bleek dat mensen anno 2020 gemiddeld vijfduizend reclameboodschappen, verdoken of niet, per dag zien. Dan weet je het wel. Die stroom doorbreken vergt moed. Zelf heb ik acht jaar geworsteld met een eetstoornis. Ook ik spiegelde me toen aan alles en iedereen. Mijn lichaam voldeed nooit. Door therapie ben ik uit die negatieve spiraal geraakt. Daar heb ik geleerd om meer te focussen op dingen die me energie geven. Zo bleef er minder brainspace over om over mijn lijf te piekeren. Een simpele methode, maar voor mij werkte ze.”
Samen slonzig
Dat uitgerekend tijdens het afgelopen coronajaar meer mensen zich gingen scharen achter het bodyneutralityprincipe, vinden de psychologen logisch. “Nooit eerder waren we zo’n lange tijd aangewezen op onszelf en onze bubbel. Er kwam tijd vrij om na te denken over de dingen die er écht toe doen: onze vrienden en familie, onze relatie, onze gezondheid… ‘Beantwoorden aan het schoonheidsideaal’ hoorde daar zelden bij”, aldus Hespel.
“Plots zaten we massaal naar ons eigen beeld te kijken, tijdens die vele Zoom-meetings. Dat creëerde enerzijds meer onzekerheid, maar zorgde ook voor een nieuwe connectie. We konden lange tijd niet naar de kapper, manicure… waardoor we er met z’n allen toch wat rommelig bij zaten. Het zette alles in perspectief, ook dat ideaalbeeld: ‘We zitten in hetzelfde schuitje, jongens, hier moeten we het mee doen’”, pikt Woertman in.
Murielle Scherre: “Uiteindelijk is het een loterij, het lijf dat je kreeg”
Murielle Scherre van La Fille d’O draagt lichaamsneutraliteit hoog in het vaandel. “Er zit vandaag zo’n krampachtige focus op ons lijf. Het moet jong zijn, fit en seksueel actief. In dat opzicht zie ik bodyneutrality als een uitnodiging om weg te stappen van dat dogmatische positivisme, richting rust; een lichaam is ook zo onbelangrijk. Stiekem droom ik ervan dat onze samenleving evenveel tijd en moeite stopt in het energetische lichaam. Dat we ons verbonden voelen met de ogen toe, omdat we eerder vertrouwen op ons buikgevoel dan op iemands verpakking. Uiteindelijk is het een loterij, het lijf dat je kreeg."
“Ik verbaas me erover hoe rigide de lingeriesector nog is. Nog steeds spelen merken in op een vrouwbeeld van de jaren 50, terwijl we al zoveel verder geëvolueerd zijn. Schrijnend. ‘Zijn we zo vervreemd geraakt van ons lijf?’, vraag ik me dan af. ‘Dertig spaken maken een wiel, maar het is de leegte in het midden die het wiel sterk maakt’, wordt gezegd. Zo interpreteer ik bodyneutrality, als een sweetspot waarin we rust hebben met wat is. Zelf ben ik voorzichtig fan, omdat die neutraliteit op een theekransje lijkt, waarin een mens het eens niet over zijn lijf moet hebben. Het mag ons niet doen vervallen in onverschilligheid. Er is nog heel wat werk aan de winkel, zowel in de media als in de samenleving. Laten we met z’n allen werken aan het uitdrijven van giftige gedachten over ons lijf – er is al zoveel potentieel aan verspild – en laten we afstemmen op groeien. Dat zou ik oprecht fijn vinden.”
Marianne Nykjaerkent: “Ik zie vrijwel nooit een positieve representatie van mijn lijf”
Ook plussize blogster Marianne Nykjaerkent weet maar al te goed wat de term betekent, al is er volgens haar nog wel wat werk aan de winkel. “Voor je zelfbeeld is bodyneutrality top. Alleen vrees ik dat het niet zal volstaan om te veranderen hoe mijn lichaam behandeld wordt door de medische wereld, hoe ik in de meeste winkels niet terechtkan, hoe ik vrijwel nooit een positieve representatie zie van mijn lijf. Bodyneutraal zijn is handig als je zelf geen gemarginaliseerd lichaam hebt, omdat je dan ook niet geconfronteerd wordt met de ongelijkheden waar ik vaak tegenaan loop. Maar begrijp me niet verkeerd: ik gun het iedereen om blij of neutraal te kunnen zijn over zijn of haar lichaam, ook mezelf. Alleen is er op grotere schaal meer nodig om dat doel te bereiken: gelijke rechten voor alle lichamen.”
Hilde Destoop: “Hoe positief is het écht voor je zelfbeeld als je leeft op likes en comments?”
Hilde is styliste en moderedactrice en speelt mee in de Canvas-serie ‘Albatros’, die je nog steeds kan bekijken op VRT NU. “Ik heb al heel mijn leven een eetstoornis, maar ik heb het aanvaard als een stuk van mezelf. Ik ben gezond, maar heb wel regeltjes die ik volg. Ook mijn lichaam heb ik geleerd te aanvaarden. Ik ben ‘trans-slender’: een slank persoon in een dik lijf. ’t Is maar hoe je het bekijkt. (lacht)”
“Heb ik een ‘dikke’ baaldag, dan word ik echt niet gelukkiger van de ‘hiep hiep hoera bodypositivity’-beelden die nu massaal circuleren. Hoe je naar jezelf en een ander kijkt en de manier waarop ons lichaam in de media wordt geportretteerd, het zou een vak op school moeten zijn. We willen niet in hokjes geduwd worden, maar er lijken steeds meer hokjes bij te komen. Met steeds minder ruimte voor een andere mening. Heel claustrofobisch. Dat lijkt ook te gelden voor de goedbedoelde, positieve hokjes, zoals ze door de bodypositivity-influencers worden gepromoot.”
“Soms vraag ik me af hoe positief het écht is voor je zelfbeeld als je leeft op likes en comments. Je bent heel afhankelijk van de mening van anderen, wat je extra kwetsbaar maakt. In een artikel las ik dat bodyneutrality iets is voor mensen die bodypositivity nog niet aankunnen. Als een opstapje. Terwijl het in een ander stuk omschreven werd als iets voor mensen die die continue positiviteit niet meer nodig hebben.”
“Ik sluit me aan bij die laatste visie. Ik probeer noch positief, noch negatief tegenover mijn lichaam te staan, maar gewoon neutraal. Ik ben wie ik ben, en daar moet ik het mee doen, in goede én slechte tijden. In dat opzicht voel ik me vooral getrouwd met mezelf. Verder vergelijk ik mijn lijf graag met een huis. Het ene moment ligt het er spic en span bij, het andere wat rommeliger. De vrijheid om te beslissen dat ik pas morgen opruim, en niet vandaag, is me veel waard. Mild zijn tegenover jezelf: daar begint het allemaal mee. Want hoe je het ook draait of keert, uiteindelijk ben je zelf je grootste vijand en begint alles met aanvaarding.”
Compassie is de sleutel
De weg is nog lang, beseffen beide experts. Woertman: “We zitten met een gigantische geschiedenis die schoonheid hoog aanschrijft. Dat was op zich geen probleem, maar werd dat wél toen we er perfectie aan zijn gaan koppelen. Weet je, of het nu gaat om bodypositivity of bodyneutrality, als ze helpen om in deze wereld van gemanipuleerde ideaalbeelden weer wat normaler te kijken naar ons lichaam en dat van anderen, dan juich ik ze alleen maar toe. Ik denk echt dat we op een kantelpunt staan. Komen we zelf niet tot het besef dat het anders moet, dan dwingt deze of een volgende crisis er ons wel toe om weer zorgzamer met elkaar om te springen. Je bent nu eenmaal tevredener over je lijf als je er met compassie naar kijkt.”
Hespel: “In mijn work-outs heb ik het bewust nooit over een strakke buik of bips, maar over je lichaam dankbaar zijn dat je mag sporten. Over hoe je je straks voelt, ná de work-out. Ik merk dat mensen daar blij van worden, alsof er een last van hun schouders gevallen is. Dat stemt me hoopvol.”