Wat je moet weten over hersenvliesontsteking
Dramatische verhalen over hersenvliesontsteking halen geregeld het nieuws,maar gelukkig betekent de ziekte niet altijd een reden tot paniek!

Wat is meningitis precies?
Professor Dirk Devroey, voorzitter van de vakgroep Huisartsgeneeskunde aan de VUB: ‘Bij hersenvliesontsteking of meningitis is er sprake van een ontsteking van de vliezen die rondom het centrale zenuwstelsel liggen. Zowel de vliezen rond de hersenen als de vliezen rond het ruggenmerg kunnen ontstoken zijn. Dat kan een virale of een bacteriële oorzaak hebben. De virale hersenvliesontsteking is in principe goedaardig en kent meestal een goede afloop. Bacteriële hersenvliesontstekingen komen minder vaak voor en hebben een minder gunstige prognose. De bekendste veroorzakers zijn de meningokok, pneumokok en Haemophilus influenzae type b: drie bacteriesoorten die zeer snel evolueren en soms zelfs dodelijk zijn. Maar ook virussen zoals bof, herpes, mazelen, windpokken en hiv kunnen een hersenvliesontsteking veroorzaken.
Wat zijn de symptomen?
Professor Dirk Devroey: ‘Beide vormen hebben vergelijkbare symptomen: plots hoge koorts, hoofdpijn, nekstijfheid, fotofobie of geen licht kunnen verdragen, en misselijkheid. Op het eerste gezicht kunnen de klachten banaal lijken en aan griep doen denken. Als arts beschikken we over een aantal testen om na te gaan of er meer aan de hand is. Met de test van Brudzinski en Kernig onderzoeken we of er bij tractie op de vliezen rond de wervelzuil pijn ontstaat. Daarbij gaan we de nek en benen in een bepaalde hoek buigen. Als dat pijn veroorzaakt, kan dat op meningitis wijzen. Ook nekstijfheid is een parameter. Slaag je er plots niet meer in om de kin op de borst te plaatsen, dan heb je alle reden voor een dringend doktersconsult of om naar de spoeddienst te gaan. Wacht niet tot de dag erna, er valt geen tijd te verliezen. Bij baby’s is luierpijn een indicator. Bij het optillen van de beentjes ontstaat druk op de hersenvliezen waardoor ze beginnen te huilen. Ook petechieën – paarse huidvlekjes die je niet kan wegduwen – zijn alarmsignalen. Ze wijzen op een meningokokinfectie, die snel evolueert en gevaarlijk is. Je moet dan meteen naar de spoeddienst.
Waaruit bestaat de behandeling?
Professor Dirk Devroey: ‘De behandeling hangt af van het type. De virale variant bestrijden we meestal met antivirale middelen. Bij een bacteriële hersenvliesontsteking heeft alleen het toedienen van antibiotica zin. Omdat de symptomen van beide varianten bijna dezelfde zijn, verwijst de huisarts bij een vermoeden van meningitis altijd door naar het ziekenhuis. Een lumbaalpunctie moet dan duidelijkheid bieden over de oorzaak, al starten we vaak al een antibioticakuur op om geen kostbare tijd verloren te laten gaan.’
Hoe raak je besmet?
Professor Dirk Devroey: ‘In de meeste gevallen wordt meningitis door een virus veroorzaakt. Sommige virussen verspreiden zich via de stoelgang, andere via druppeltjes die tijdens het niezen, snuiten of hoesten kunnen vrijkomen. Ook bij de bacteriële vorm gebeurt de besmetting via de lucht, door piepkleine druppeltjes. Hoe lang je anderen kan besmetten, hangt af van het type bacterie of virus. Het varieert van enkele dagen tot een tweetal weken. In sommige gevallen kan het zelfs oplopen tot zes weken.
Komt het tegewoordig vaker voor?
Professor Dirk Devroey: ‘Hersenvliesontsteking heeft altijd bestaan. Door het vaccinatieprogramma merken we wel een daling voor de types waarvoor we een vaccin beschikbaar hebben. Doordat artsen wellicht meer oog hebben voor de symptomen die op meningitis kunnen wijzen en sneller de diagnose stellen, zien we een lichte stijging in het aantal milde, virale gevallen. Al is hersenvliesontsteking gelukkig nog altijd een vrij zeldzaam fenomeen. Het komt in vlagen voor. Zeker in het studentenmilieu merken we af en toe een opstoot. Eén geval kan dan verantwoordelijk zijn voor een reeks van nieuwe besmettingen.
Zijn sommige mensen extra vatbaar?
Professor Dirk Devroey: ‘In principe kan iedereen meningitis krijgen, maar vooral jonge kinderen vormen een kwetsbare groep. In kinderdagverblijven en op school – waar veel jonge kinderen samen zijn – lopen ze meer risico om besmet te raken. Bovendien hebben jonge kinderen bij een hersenvliesontsteking een hogere kans op overlijden, omdat ze vaker getroffen worden door de bacteriële vorm. Hun weerstand is nog minder ontwikkeld, waardoor de ziekte sneller kan evolueren. Volwassenen met een verzwakt immuunsysteem zijn vatbaarder voor infecties en lopen ook bij meningitis meer gevaar. Ook hoofdwonden en infecties aan de ogen, oren en neus kunnen soms tot hersenvliesontsteking leiden. Maak je je zorgen, raadpleeg dan zo snel mogelijk een arts.
Wat als iemand uit je omgeving het heeft?
Professor Dirk Devroey:‘Een en ander hangt af van hoe intens je contact had met die persoon. Is het iemand die je kort bij de schoolpoort zag, dan hoef je je niet al te veel zorgen te maken. Maar gaat het om je naaste collega of een klasgenoot van je kind, dan is het een ander verhaal. In de meeste gevallen raden we dan een preventieve antibioticakuur aan.
Wat is de prognose?
Professor Dirk Devroey: ‘Een virale meningitis heeft een goede prognose: de meeste patiënten herstellen spontaan en zonder restletsels. Bij de bacteriële vorm liggen de kaarten helaas vaak anders. Hoe sneller je erbij bent, hoe groter je overlevingskans. Het is echt een kwestie van uren. Bij overleving is er trouwens niet zelden sprake van ernstige complicaties. Door hersenschade kunnen patiënten met diverse klachten kampen, gaande van concentratieproblemen tot gehoorschade en epilepsie. Zelfs wie er geen blijvende letsels aan overhoudt, kampt vaak nog maandenlang met vermoeidheid.’
Kan je de ziekte voorkomen?
Professor Dirk Devroey: ‘In ons land geldt de aanbeveling om zuigelingen tegen hersenvliesontsteking te vaccineren, maar het is geen verplichting. We vaccineren niet alleen tegen Haemophilus influenzae, ook tegen meningokokken C bestaat een vaccin. Het mazelen- en bofvaccin voorkomt bovendien dat die ziekten hersenvliesontsteking veroorzaken. Maar de vaccins werken niet tegen alle bacterietypes. Een volledige bescherming kunnen we dus zelfs met vaccins niet bieden.