Daarom heb je altijd nog ‘een gaatje’ voor een dessert
Hoeveel we ook eten, we hebben altijd nog een plaatsje in onze maag over voor een dessert. Maar hoe komt dat toch? Er zijn 2 wetenschappelijke verklaringen voor het fenomeen dat we ook wel de ‘dessertmaag’ noemen.

Verklaring 1: specifiek zintuiglijke verzadiging
Deze verklaring is eigenlijk heel logisch en simpel. ‘Specifiek zintuigelijke verzadiging’ houdt in dat als je één soort voeding eet, je zintuigen het na een tijdje saai gaan vinden en er geen zin meer in zullen hebben. Je smaakpapillen hebben dan ook genoeg van deze smaak en als gevolg zal je het signaal krijgen dat je vol zit. Maar wordt er je een ander soort voedsel voorgeschoteld, bijvoorbeeld een zoet dessertje na een hartig hoofdgerecht, dan heb je plots wel nog honger. Je lichaam is dan opeens wel weer geïnteresseerd – niet alleen door de nieuwe smaak, maar ook omdat desserten er ook gewoon lekker uitzien en lekker ruiken en dus je zintuigen de kost geven.
Verklaring 2: ontspannen maag
Nu we weten waar dat verlagen naar een dessert vandaan komt, vragen we ons natuurlijk af hoe het komt dat het nog effectief in onze maag past. Gelukkig hebben de Noorse wetenschappers Arnold Berstad en Jørgen Valeur hier een verklaring voor. En ja hoor, misschien is de ‘dessertmaag’ helemaal nog niet zo onrealistisch als hij klinkt.
Eerst moeten we weten hoe de maag werkt. De maag is heel flexibel en stelt zich af op de hoeveelheid voedsel die hij binnenkrijgt. Wanneer we dus een grote maaltijd eten, zal de wand van de maag zich ontspannen om meer ruimte te kunnen creëren, zodat het voedsel plaats heeft.
Hoe vol je je voelt, hangt af van de druk in de maag, en dat hangt dan weer af van wat hoe ver die heeft kunnen uitzetten. Volgens Berstad en Valeur zijn er drie zaken die ervoor zorgen dat de maag zich gaat ontspannen:
1. Eten zien en ruiken
2. De druk in de maag door het eten
3. De twaalfvingerige darm, die de verschillende componenten in het voedsel kan “proeven”
De informatie over die zaken gaat naar de hersenen, die dan de ontspanningsreflex in gang zetten en aan de spieren in de maagwand laten weten dat ze kunnen ontspannen.
Hoe het komt dat we altijd nog een gaatje hebben voor dessert, ligt aan glucose (suiker). Suiker stimuleert namelijk de ontspanningsreflex van de maag. Doordat de maag verder gaat uitzetten, is er minder druk en voel je je minder verzadigd. Het lijkt dus alsof je helemaal nog niet vol zit en gerust nog een dessertje op kan. Met andere woorden, het dessert maakt dus zélf een gaatje om in te passen.
Berstad en Valeur waarschuwen ons wel dat we ons zo ook makkelijk kunnen overeten. Een oplossing is om slechts een klein beetje suiker te eten na je maaltijd. Dat helpt meteen om de drang naar iets zoets te stillen, maar je hoeft er niet meteen een volledig dessert voor op te eten. De moeilijkheid zit ‘m er nog wel in dat je dan maar één stukje chocolade eet, en de rest weer in de kast legt. Succes ermee!