Feit of fabel: is vloeibare boter gezonder dan vaste boter?
De winkelrekken bulken van de bereidingsvetten, maar welke is nu het gezondst? Wij vroegen het aan voedingsdeskundige Nina Van Den Broecke.
Nina Van Den Broecke, voedingsdeskundige en oprichtster van Voedselfeit: 'Hoe harder het bereidingsvet, hoe meer 'slechte' verzadigde vetzuren. Daarom gaat de voorkeur inderdaad altijd uit naar zachte margarine in vlootjes of vloeibare vetstof in flesjes. Om te weten of het product een gezonde keuze is, kan je op de verpakking nagaan hoeveel vet erin zit. Kijk daarvoor eerst naar de totale hoeveelheid vetten en daarna naar de hoeveelheid verzadigde vetten. Als die laatste minder dan een derde van de totale hoeveelheid vetten is, zit je goed. Bereidingsvetten die in een wikkel zitten, voldoen daar meestal niet aan, vetstof in vlootjes en flessen daarentegen wel. Daarnaast zitten in vloeibare bereidingsvetten vaak meer goede enkelvoudige onverzadigde vetten, al kan je die zelden terugvinden op het etiket. Let ook op voor claims als 'rijk aan omega 3'. Omega 3-vetzuren zijn meervoudig onverzadigde vetten. Dat betekent dat ze erg onstabiel zijn en veel sneller afgebroken worden zodra je ze verhit, waardoor ze mogelijk toxische stoffen afgeven en je ze minder makkelijk opneemt. Die claims klinken dus erg gezond, maar zijn vooral een slimme marketingstrategie.'
'Ook een goede keuze is olijfolie. Er zitten weinig verzadigde, veel enkelvoudige onverzadigde en relatief weinig meervoudig onverzadigde vetten in. Bovendien is olijfolie een onbewerkt product. Er zijn geen andere stoffen aan toegevoegd om ze stabiel te houden, wat wel het geval is bij margarines en boter. Olie bestaat daarentegen wel voor honderd procent uit vet, terwijl dat bij margarines maximaal tachtig procent is. Op vijftien gram of milliliter is dat verschil bijna verwaarloosbaar, maar het is wel de reden waarom sommige diëtisten in het kader van een vermageringsdieet toch niet aanraden om olie te gebruiken. Zorg er ook voor dat je de olie, net zoals alle andere vetstoffen, niet te veel verhit. Want ze begint te roken, worden er in een hoog tempo schadelijke stoffen gevormd.'
'Onthoud dat welke keuze je ook maakt, het niet de bedoeling is om bereidingsvet à volonté te gebruiken. De richtlijn is één eetlepel ofwel vijftien gram bereidingsvet per persoon voor de warme maaltijd.'
