Herval na borstkanker: prof beantwoordt 11 vragen. “We kunnen het met vervolgscreenings níét voorkomen”
“Ik leefde niet in angst. Ik ging ervan uit dat ik de kanker had overwonnen.” En toch heeft actrice Martine Jonckheere na zestien jaar opnieuw borstkanker. Herval is niet abnormaal, zegt oncologe Hannelore Denys, al ervaart een merendeel van de borstkankerpatiënten het nooit. Kan je de kans erop zelf kleiner maken? En komt de kanker agressiever terug? De prof beantwoordt 11 vragen. “Er is geen ‘eindmeet’: de kans op herval, hoe klein ook, blijft levenslang.”

Hoe vaak komt herval voor?
Prof. dr. Hannelore Denys (UZ Gent):“Heel veel hangt af van het type borstkanker en in welk stadium we de diagnose de eerste keer stelden. De grootste groep patiënten(zo’n 43,4 procent volgens recente cijfers van het Belgische kankerregister, red.)treffen we in stadium 1, wanneer de prognose en de overlevingscijfers nog heel goed zijn. Bij die patiënten zien we ook minder herval: we spreken dan van een heel goede ‘vijfjaaroverleving’ van meer dan 95 procent. Hoe minder agressief de kanker oorspronkelijk was, hoe kleiner de kans op herval dus.”
“Als de tumor wat agressiever was of zich dus in een later stadium bevond, dan daalt dat cijfer naar 80 à 90 procent. Troffen we de tumor in stadium 4 aan, dan spreken we nog van 30 procent.”
“Qua type kanker is er nog onder meer het onderscheid tussen hormoongevoelige en hormoonongevoelige borstkanker. Bij de hormoonongevoelige variant zien we dat de kans op herval groter is in de eerste twee, drie jaar na de diagnose. Daarna zwakt de curve af. Bij de hormoongevoelige kankers komt herval vaker na een langere tijd.”
Wat gebeurt er precies als iemand 'hervalt'?
Prof. dr. Hannelore Denys:“Als we iemand behandelen voor borstkanker, kan het gebeuren dat enkele kankercellen toch overleven. Die kunnen tientallen jaren ‘slapend’ zijn in beenderen, klieren of organen, bijvoorbeeld, waardoor we ze niet kunnen opsporen. En we weten nog niet precies wat dat triggert, maar die cellen kunnen natuurlijk ook weer ‘ontwaken’ en uitgroeien tot een kankergezwel. Dat gebeurt zeker niet altijd: ze kunnen net zo goed een leven lang in slaap blijven.”
Wordt er voldoende gescreend om herval tijdig op te sporen?
Prof. dr. Hannelore Denys: “Het eerste jaar doen we bij ex-patiënten een klinische check om de drie maand. Daarna doen we een check om de zes maand. En na vijf jaar raden we een jaarlijkse klinische controle en mammografie met echografie aan. Let op: een herval kunnen we met vervolgscreenings níét voorkomen. We kunnen het alleen op tijd proberen op te sporen.”
Wordt de kans op herval kleiner naarmate meer tijd verstrijkt?
Prof. dr. Hannelore Denys: “Ja. We zeggen in de volksmond wel dat iemand na vijf jaar kankervrij te zijn, ‘genezen’ is, maar in realiteit is er geen eindmeet: de kans op herval, hoe klein ook, blijft levenslang. Daarom is het belangrijk dat je als ex-patiënt toch elk jaar die mammografie blijft doen, zoals we aanraden. Maar het is wel zo dat de kans op herval daalt naarmate meer tijd verstrijkt.”
Houden oncologen tijdens de behandeling van de eerste borstkanker al rekening met de kans op herval?
Prof. dr. Hannelore Denys:“Ja, absoluut. We kiezen voor een bepaalde behandeling voor een groot deel met het oog op de kans op herval zo klein mogelijk te maken. Als de tumor bijvoorbeeld agressiever is en er dus een grotere kans is op herval, is dat een extra reden voor ons om voor aanvullende chemotherapie te kiezen.”
Komt een borstamputatie met een kleinere kans op herval later?
Prof. dr. Hannelore Denys:“Een borstamputatie of een borstsparende ingreep gevolgd door bestraling hebben dezelfde prognose(dezelfde voorspelling over het verdere verloop van de ziekte, red.). En voor de kans op herval ‘op afstand’ of uitzaaiingen maakt een borstamputatie of borstsparende operatie geen verschil. Daarom zullen we altijd eerst voor een borstsparende operatie proberen te kiezen als dat kan. Alleen als de kanker erfelijk of genetisch is, ligt dat anders en is een borstamputatie toch een veiligere keuze.”
Zijn er bepaalde dingen die je zelf kan doen om je kans op herval kleiner maken?
Prof. dr. Hannelore Denys: “Ja, het loont echt om een gezonde levensstijl na te streven. Het is bewezen dat beweging zeker een gunstig effect heeft, zowel op de slaagkans van de behandeling als op de kans op herval. Ook je gewicht onder controle houden en je alcoholinname beperken — een glaasje nu en dan kan nog wel — kunnen helpen.”
“Ik geloof dat al die factoren die tot stress leiden, ertoe bijdroegen”, zegt Martine Jonckheere over haar herval.
Kan het dat stress een effect heeft?
Prof. dr. Hannelore Denys: “We weten nog niet waarom slapende kankercellen soms besluiten te ontwaken. Maar dat stress een effect zou hebben is tot nu toe nog door geen enkel onderzoek aangetoond.”
Is er bij een tweede keer borstkanker altijd sprake van herval?
Prof. dr. Hannelore Denys: “Nee, het kan ook een nieuwe tumor zijn die niks met de eerste te maken heeft. Daarom doen we altijd eerst een biopsie op de tumor, om na te gaan of hij dezelfde karakteristieken vertoont als de eerste. Een herval behandelen we immers vaak op een andere manier dan een eerste borstkanker. Kankercellen zijn wel heel veranderlijk: in tien procent van de gevallen is de terugkerende tumor een klein beetje anders. De tweede keer kan hij bijvoorbeeld hormoonongevoelig zijn, in plaats van hormoongevoelig. Daarom veronderstellen we niks en blijft zo’n biopsie belangrijk.”
Hoe ziet de behandeling van een hervallen patiënt eruit?
Prof. dr. Hannelore Denys: “Eerst gaan we na of het herval enkel ‘lokaal’ is — weer in de borst of ter hoogte van het litteken, bijvoorbeeld — of ‘op afstand’. Op afstand betekent: uitzaaiingen naar andere organen. De ‘voorkeursorganen’ zijn daarbij vaak anders op basis van het type van de oorspronkelijke tumor. Als die hormoongevoelig was, zien we eerder uitzaaiingen naar het skelet. Bij een hormoonongevoelige eerder naar de longen of lever.”
“Bij lokaal herval kunnen we weer naar volledige genezing streven. Bij uitzaaiingen kunnen we dat niet: dan gaan we over op een palliatieve behandeling om de patiënt zo lang mogelijk in leven te houden. Vaak chemotherapie, met respect voor de levenskwaliteit en de keuze van de patiënt zelf. Door de vooruitgang in kankeronderzoek slagen we er meer en meer in om patiënten dan nog jarenlang in leven te houden.”
“Bij lokaal herval spreken we niet meer van stadia en kan de behandeling nog alle kanten op, op basis van de kenmerken van de nieuwe tumor: welk type is het, hoe groot is hij, op welke plaats zit hij? We bekijken de opties om weer te opereren, of de patiënt in aanmerking komt voor (bijkomende) bestraling, of hormonale therapie aan de orde is, of eerder aanvullende chemotherapie,...”
“De kans dat je bij een herval nog eens op krak dezelfde manier behandeld wordt, is klein. Even goed omdat borstkankerbehandelingen alsmaar evolueren. Ze zijn tegenwoordig bijvoorbeeld veel gepersonaliseerder dan vroeger en meer toegespitst op het subtype van de kanker. Of kijk naar de chemotherapie: tegenwoordig kiezen we steeds meer voor een nieuwe techniek waarbij de chemo vooral de kankercellen aantast in plaats van álle cellen. Zo ondervindt de patiënt minder last. Binnen vijf of tien jaar is die techniek sowieso nog meer wijdverspreid.”
Komt borstkanker altijd agressiever terug?
Prof. dr. Hannelore Denys: “Nee, dat kunnen we niet zeggen. Herval is natuurlijk nooit goed, maar als het om lokaal herval gaat, heb je weer een kans om te genezen. En onthoud vooral dat 70 à 80 procent van de patiënten nooit hervalt.”