Gezond en gelukkig leven begint hier en nu

Abonneer

Jaagt dokter Google je de stuipen op het lijf? Expert: “Deze aandoening is een moderne vorm van hypochondrie”

doorFleur De Backerop 03/01/2023

Google jij weleens je symptomen? Je bent echt niet alleen. Het wereldwijde web weet namelijk altijd raad - maar biedt zelden weerwoord. Geen wonder dat dokter Google heel wat mensen de stuipen op het lijf jaagt. Enter: cyberchondrie. Een expert legt uit wanneer dat echt problematisch wordt en wat je ertegen kan doen. “Cyberchonders zijn mensen die perfect gezond zijn, maar dénken iets te voelen en vervolgens hun lichamelijke gewaarwordingen googelen.”

Maar liefst 92 procent van alle zoekopdrachten wereldwijd gebeurt via het Google-venster. In België is dat zelfs 96 procent, weet dr. Marleen Finoulst, ­auteur van het boek Dokter Google en drijvende kracht achter de onafhankelijke website Gezondheid en wetenschap. Heel vaak gaat het om gezondheidsinformatie.

Finoulst: “Vrouwen doen dit vaker dan mannen, jongvolwassenen vaker dan hun grootouders en mensen met chronische aandoeningen vaker dan gezonde personen. We zoeken niet alleen informatie voor onszelf, maar ook voor onze geliefden. Soms googelen we ook uit nieuwsgierigheid, zoals toen Apple-man Steve Jobs in 2011 overleed aan pancreaskanker. Het aantal zoekopdrachten naar deze aandoening nam met meer dan 600 procent toe.”

Consultaties, wachtlijsten, schroom, drempelvrees of zelfs het prijskaartje: stuk voor stuk zijn het redenen die mensen ervan kunnen weerhouden naar de dokter te gaan. ‘Waarom zou ik’, redeneren velen, ‘als dokter Google mij in één klik kosteloos een lange lijst met mogelijke diagnoses kan voorstellen’. Het enige probleem is de ambivalentie: keelpijn kan het gevolg zijn van droge lucht, maar ook wijzen op keelkanker. Een ­benauwd gevoel is misschien te wijten aan stress, maar ook een symptoom van een levensbedreigende longembolie.

Ben jij een symptoomsurfer?

Het zijn uiteraard de ernstige aandoeningen die het langst blijven nazinderen. Iedereen is weleens bezorgd over zijn gezondheid na een sessie ‘symptoomsurfen’. Al kan de slinger ook flink doorslaan, weet dr. Finoulst. ­Cyberchondrie, heet dat. “Het is een moderne vorm van de erkende ziekte-angststoornis hypochondrie en duidt op de vrees om aan de aandoeningen te lijden die je op het internet tegenkomt, zonder dat je duidelijke symptomen hebt.”

“Cyberchonders zijn mensen die perfect gezond zijn, maar dénken iets te voelen, hun lichamelijke gewaarwordingen googelen, ernstige ziektebeelden tegenkomen op het internet en er vervolgens rats van overtuigd raken dat ze lijden aan die ziekte. Ze gaan steevast van het ergste uit en praten zichzelf klachten aan, met onnodige paniek als eindresultaat. Hun angst houdt hen zodanig in een wurggreep dat ze daardoor inboeten aan levenskwaliteit.”

Wanneer wordt het problematisch?

De ziekte-angststoornis is zeldzaam: 1 à 2 procent van de mensen lijdt eraan. Dr. Finoulst: “Mentale kwetsbaarheid speelt een rol, maar vooral mensen met dwangstoornissen zijn er gevoeliger voor. Al kan de ziekte-angststoornis ook perfect op zichzelf voorkomen.”

Je virtuele zoektochten naar ziekten worden problematisch als je de informatie niet meer kan loslaten en je je continu ongerust voelt. “Cyberchonders vertonen ook vaak vermijdingsgedrag, zoals het kijken van bepaalde gezondheidsprogramma’s. Een andere rode vlag is een extreme drang naar controle. Bijvoorbeeld wanneer je kuit zeer doet als je de trap opgaat, en je vervolgens keer op keer die treden op- en afloopt om te checken of de pijn intussen verdwenen is.”

Ken uw klassiekers

Cyberchondrie kan je gelukkig goed behandelen. Met cognitieve gedragstherapie bij een psycholoog zorg je ervoor dat zelfdiagnoses niet langer je leven beheersen. Dr. Finoulst deelt ook meer algemene tips om niet ­hopeloos verstrikt te raken in het world wide web. “Met gezond verstand surfen betekent je zoekgedrag aanpassen. Laat het Google-zoekvenster achterwege, maar surf meteen naar de betrouwbare websites van bronnen die zich kenbaar maken, zoals gekende publieke instellingen of door de overheid gesubsidieerde organisaties.”

“Zit je met vragen over kanker, dan kan je bijvoorbeeld op de website van Kom op tegen Kanker of de Stichting tegen Kanker terecht. Gaat het om drugs, zoek dan eens op de website van de VAD, de koepel van de Vlaamse organisaties die werken rond alcohol en andere drugs. Andere voorbeelden zijn de website van CM, het platform Wanda van het Tropisch Instituut in Antwerpen of ons project: Gezondheid en ­wetenschap.”

Ken uw klassiekers, dus. Met stip op één: je huisarts en apotheker. “Verifieer bij hem of haar de informatie die je gevonden hebt. Leg ze voor aan je arts of apotheker voor je bepaalde stappen onderneemt.”