Kan zonnebrandcrème zorgen voor een vitamine D-tekort?
Dat we ons moeten beschermen tegen de zon, weten we intussen. Toch zorgen de zonnestralen ook voor de aanmaak van vitamine D, die we nodig hebben voor sterke tanden, botten en spieren. Smeren we dan beter wat minder, of toch niet? NICE, het National Insititute of Health and Care Excellense geeft hier zijn nieuwe richtlijnen over de risico’s en de voordelen van de zon.

Normaal gezien moet je elke dag ongeveer een kwartier onbedekt (zonder zonnecrème op je gezicht, handen, armen) rondlopen om voldoende vitamine D te krijgen. Toch geldt dat advies alleen maar van oktober tot april. De andere maanden is het immers wel uiterst belangrijk om je lichaam te bedekken en te beschermen tegen de zon. Vooral tussen 12 en 15 uur is de zon het sterkst. Probeer daarom altijd het grootste deel van je tijd door te brengen in de schaduw en als je toch een zonneklopper bent, draag dan dicht geweven (om de stralen te blokkeren), ruimvallende, natuurlijke stoffen, een mooie, brede hoed en een zonnebril met CE-keurmerk om je voldoende te beschermen. Smeer je ook altijd in met een goede zonnebrandcrème die je zowel beschermt tegen uv A- als uv B-stralen. De eerste zijn vooral schuldig voor de veroudering van onze huid, de tweede voor zonnebrand. Wees ook extra voorzichtig in de sneeuw, aan het strand en bij water, die reflecteren de zon waardoor je sneller schade oploopt. Smeer ook altijd als je achter glas zit. De uv B-stralen (die je huid doen verbranden) komen evenwel niet door glas, maar de uv A-stralen (die veroudering veroorzaken) wel.
Maar wat dan met een vitamine D-tekort? Normaal gezien moet je je lichaam met minstens een à twee golfballen insmeren om de beschermingsfactor te garanderen. Niemand smeert zoveel - en vergeet wel al eens plekje -, waardoor je in de zomer normaal gezien wél voldoende vitamine D binnenkrijgt. Je hoeft dus zeker niet onbeschermd te zonnen om een vitamine D-tekort te vermijden. De boodschap blijft: smeren, smeren, smeren!