Gezond en gelukkig leven begint hier en nu

Abonneer

Lang leven met hiv: Heidi en Melissa doorbreken het taboe

doorRedactieop 29/01/2020

Gelukkig betekent een hiv-diagnose allang geen doodvonnis meer. Toch blijft het een aandoening waar een enorm stigma aan vastzit. Twee vrouwen doen hun verhaal. Heidi kreeg met haar hiv-positieve partner een gezonde zoon. Melissa werd opzettelijk besmet door haar ex. “Ergens voelde ik dat zijn reactie op mijn diagnose niet klopte, dat hij al langer wist dat hij ziek was.”

De partner van Heidi (41) heeft hiv. Samen kregen ze een gezonde zoon

“Toen ik Kenny leerde kennen, hing er meteen vuurwerk in de lucht. Na een paar dates spraken we bij mij thuis af en kusten we. ‘Voor we verdergaan moet ik je iets opbiechten’, zei hij. En toen kwam het hoge woord eruit: hij was hiv-positief. Een serieus ‘wow’-moment, want zulk nieuws verwacht je totaal niet. Ik heb een dochter van twaalf uit een vorige relatie, dus ik dacht meteen aan haar. Maar eerlijk? Het kwam nooit in me op om onze prille relatie stop te zetten. Ik heb een goede vriend met hiv en weet wat de ziekte inhoudt.” 

“Kenny legde me uit dat hij medicatie nam, dat de viruswaarden in zijn bloed zo laag geworden waren dat de hiv overdragen onmogelijk was. Met de pillen kon hij net zo oud worden als iedereen. Hij verzorgde ook lezingen voor vijftien- en zestienjarigen, om hen meer te vertellen over de ziekte. Dat vond ik mooi. Het gaf me nog meer vertrouwen in onze relatie en een mogelijke toekomst samen; ik had een goede man te pakken. Naar mijn omgeving toe was ik meteen heel open over de situatie. De reacties waren allerminst negatief, niemand liet me vallen of ontweek ons. Aan mijn dochter hebben we het op een heel begrijpelijke manier uitgelegd; dat ze – bijvoorbeeld – als Kenny een wondje had, daar niet mocht aankomen. Maar ja, welk kind doet dat wel? Ze maakte er geen enkel probleem van.”

Plots zwanger

“Het eerste jaar vrijden we altijd met een condoom. Ook al kon Kenny mij niet besmetten, hij wilde het zo. Maar toen we op een avond ons eenjarige samenzijn vierden met een fles wijn zei ik: ‘Laat die condooms nu maar zitten.’ Ik wilde de liefde in haar totaliteit kunnen bedrijven, zonder dat er een condoom tussen zat. Heel even bedacht ik nog dat ik misschien een onnodig risico nam, maar dat gevoel verdween snel. Het was fijn om nu net als elk ander koppel te zijn. Kort na die wending volgde er een grote verrassing: ik bleek zwanger te zijn! Op dat moment sloeg de stress even toe. Ik heb uren online doorgebracht om uit te zoeken of een vader met hiv zijn kind kan besmetten, maar ik kwam er al snel achter dat dat niet kan. En de artsen die we daarna bezochten, beaamden dat. Ik was zelf natuurlijk al mama, maar voor Kenny maakte deze zwangerschap heel intense emoties los. Door de hiv had hij de droom om een gezin te stichten opgeborgen. En nu ging die dan toch in vervulling. Vijf jaar geleden werd onze zoon geboren. We waren zo ontzettend gelukkig met zijn komst. Ik zie nu nog Kenny’s lach voor me. En de gelukzalige blik in zijn ogen. Hij was zo trots. Eindelijk had hij zijn gezinnetje.”

Nog liever kanker

“Mijn generatie heeft nog vooroordelen over hiv die stammen uit de jaren tachtig, toen iemand met hiv ook altijd aids kreeg. De diagnose betekende automatisch een doodvonnis. Nu neem je één pilletje per dag en merk je er verder niks van. En toch zouden veel mensen nog altijd liever kanker hebben dan hiv. Ik denk omdat ze bang zijn voor de reacties van anderen. We hebben al veel bereikt in het bijsturen van onwetendheid, maar er is nog een lange weg te gaan. Ik vermoed dat de jongere generaties er beter mee omgaan; zij kennen het angstbeeld uit de jaren tachtig niet. Kenny en ik zijn altijd erg open naar buiten toe. We willen met het verhaal van ons gezin laten zien dat je na het krijgen van een hiv-diagnose een gewoon leven kan hebben met alles erop en eraan. Eigenlijk verandert er niks aan je leven, behalve dat ene pilletje per dag.”

Melissa (40) kreeg vijf jaar geleden de diagnose hiv. Ze vermoedt dat haar vaste partner haar besmette.

“Ik leerde Julien zes jaar geleden kennen in het uitgaansleven. Ik geloofde niet in liefde op het eerste gezicht. Tot ik hem zag. Ik werd tot over mijn oren verliefd en al snel kregen we een relatie. Het eerste jaar dat we samen waren, kwam hij op mij over als een brave man. Hij keek niet naar andere vrouwen en dat schepte veel vertrouwen. We planden onze toekomst. Ik had een kind uit een vorige relatie, Julien niet. Hij wilde samen een gezin stichten. Hij is van Afrikaanse afkomst en een eigen kind zou hem een verblijfsvergunning opleveren. Maar ik geloofde nooit dat zijn kinderwens daarmee te maken had; wij hielden gewoon van elkaar en na een jaar kende ik hem – dacht ik – door en door. Dus ik schrapte pil en condoom uit mijn (seks)leven.”

Over spijt na de zonde

“Natuurlijk heb ik achteraf gedacht: had ik hem maar eerst om een test gevraagd. Dat deed ik in andere relaties ook. Alleen, we waren al een jaar samen, droomden van gezinsuitbreiding. Wie denkt dan nog aan een besmetting? Drie weken nadat ik alle voorbehoedsmiddelen aan de kant geschoven had, werd ik ziek: vlekken over mijn hele lichaam en koorts. Ik repte me naar de dokter en toen die bloed afnam, zei ik nog lachend: ‘Test me maar op alles, van vitaminetekort tot soa’s; ik moet in topvorm zijn als ik zwanger word.’ Een paar dagen later belde de dokter me op: of ik kon komen voor een tweede bloedonderzoek. Het eerste had aangegeven dat ik hiv-positief was, maar dat was meer dan waarschijnlijk een vertekende uitslag. ‘Niks om wakker van te liggen’, zei hij. Tot zijn volgende telefoontje mijn leven op zijn kop zette. Ik had hiv en aan de bloedwaarden te zien, ging het om een recente besmetting.”

Enorme shock

“Ik voelde de grond onder me wegzinken. Ik was volledig in shock. Niks toekomst meer, weg kinderdroom. Wat moest er met mijn zoon gebeuren als ik doodging? Hij was nog maar elf. En mijn relatie? Had Julien me besmet? Zou hij ervandoor gaan als hij wist dat ik hiv had? Toen ik hem het nieuws vertelde, zei hij: ‘Als jij het hebt, heb ik het ook.’ En daarmee was de kous voor hem af.”

“Het klinkt misschien vreemd, maar ik was vooral opgelucht dat mijn ziekte voor hem niets veranderde aan onze relatie. Ondertussen werd ik goed opgevangen bij het UZ Gent en vernam ik dat hiv geen doodvonnis meer was. Ik slikte medicatie en ook kinderen krijgen was geen probleem. En ondanks de enorme shock ging het leven daarna gewoon voort. Wel bleef ik erop aandringen dat Julien zich ook liet testen. En hij bleek ook hiv-positief ... Hij reageerde bijzonder lauw op de diagnose. Ergens voelde ik dat zijn reactie niet klopte, dat hij al langer wist dat hij ziek was. Maar ik duwde die gedachten weg.”

“Een jaar na de diagnose werd ik zwanger. Ik beviel van een gezonde zoon, een jaar later van een tweede gezonde zoon. Vanaf toen veranderde alles thuis. Julien zette flink de bloemetjes buiten, hield er andere vriendinnen op na en was niet meer de lieve, zachtaardige man voor wie ik gevallen was. Almaar vaker vroeg ik me af of het allemaal een act geweest was, een manier om via onze kindjes aan verblijfspapieren te aken. Uiteindelijk kon ik de hele situatie niet meer aan en gingen we uit elkaar. Heel moeilijk, want ik hield nog altijd van hem. Maar ik merkte wel dat het beter was voor mij. Ik besloot uit de kast te komen en met de wereld te delen dat ik hiv had. Jarenlang was ik het onderwerp uit de weg gegaan, nu wilde ik erover praten. Ik deed het met een klein hartje, verwachtte negatieve reacties, maar kreeg heel veel steun. Hoe meer ik mijn relatie met Julien onder de loep nam, hoe overtuigder ik ervan was dat hij geweten moest hebben dat hij hiv had. Dat besef deed veel pijn, maar ik wilde mijn ogen er niet langer voor sluiten. Ik spande een rechtszaak tegen hem aan voor het opzettelijk besmetten met hiv. Die loopt nog.”

Geen stigma meer

“Ik ben nu 5,5 jaar ‘ondetecteerbaar’. Ik kan en doe alles, net als mensen zonder hiv. Iemand besmetten is uitgesloten. Ik slik maar één pilletje per dag; voorts merk ik niks van de hiv. Maar toch is mijn leven voorgoed veranderd. Van mijn opa leerde ik om altijd het positieve in het negatieve te zien. Ik leef. En ik ben nu open over mijn ziekte. Het is toch niets om me over te schamen? Het is mij overkomen en het maakt me niet minder vrouw, mama of mens. Hopelijk zorgt mijn verhaal ervoor dat lotgenoten er ook mee naar buiten durven te komen. Daarmee werpen ze een zware rugzak af.”

Meer info over leven met hiv vind je op www.levenmethiv.be.