Naar schatting 100.000 Belgen stotteren, zo ga je ermee om
Heb jij, je zoon of dochter of iemand uit je omgeving last van stotteren? Wij vroegen raad aan logopedist Gert Reunes over hoe je er het best mee omgaat.

“Naar schatting 100.000 Belgen stotteren”, steekt logopedist Gert Reunes, drijvende kracht achter stotteren.be en zelf stotteraar van wal. “5% van de kleuters heeft stotterproblemen. 4% leert het af, 1% blijft er chronisch last van hebben. Het probleem overwinnen kan iedereen, op voorwaarde dat je voor je stotteren uitkomt, gemotiveerd bent en je angst durft aan te pakken. Is dat het geval, dan heb je na 1 tot 2 jaar logopedie controle over je spreken. Wie motivatie, inzet, volharding en doorzettingsvermogen heeft en klaar is om therapie te volgen, zal er dus in slagen om een gelukkiger en socialer leven te leiden dan ooit tevoren.”
Stotterende mensen hoeven immers niet per se ongelukkig of continu in gevecht te zijn met hun probleem. “Veel stotterende mensen kunnen perfect functioneren, de liefde vinden, een leuke job uitoefenen waarin ze succesvol zijn, een grote vriendenkring hebben en in veel spreeksituaties zelfs nagenoeg vloeiend zijn. Maar dat neemt niet weg dat ze er in sommige situaties wel behoorlijk wat hinder van kunnen ondervinden. Iedereen die stottert, wordt dan ook aangeraden om aan te kloppen bij een logopedist om stottertherapie te volgen. Zo kan er gewerkt worden aan de motorische en/of psychologische kant van het spreken. Aan de andere kant moet je ook zelf keihard werken om aan vooruitgang te boeken.”
Enkele tips voor de stotteraar:
- “Wees er open over. Over stotteren moet gepraat worden, zowel thuis, op school of op het werk. Het grootste probleem met stotteren is dat het zo’n taboe is waar veel onwetendheid over bestaat. De luisteraar durft het onderwerp niet aan te raken, omdat hij of zij denkt dat de stotterende persoon, de ouders of de omgeving dat vervelend zouden vinden. Zij denken op hun beurt dat de luisteraar niet geïnteresseerd is en beginnen er daardoor ook niet zelf over. Het bespreekbaar maken van stotteren zal begrip en respect teweegbrengen en beide partijen ten goede komen.
- Ontdek jezelf. Maak opnames van jezelf en evalueer je spraak. Leg die voor aan je therapeut en bekijk samen of je vooruitgang boekt. Wees daarbij kritisch, maar ook positief over de stappen die je maakt.
- Daag jezelf uit. Door jezelf uit te dagen timmer je aan de weg om vloeiender te spreken. Beschouw het een beetje zoals een wedstrijd tussen jou en je stotteren. Wie zichzelf uitdaagt om geen enkele situatie te vermijden, gesprekken aan te gaan en om zichzelf te evalueren zal merken dat zijn spraak steeds meer verbetert.
- Wees realistisch. Rome is ook niet in één dag gebouwd. Laat je therapeut dus een haalbare tijdsduur inschatten. Bij veel stotteraars is de hoop op vloeiende spraak en het ongeduld groot, waardoor de therapie minder goed verloopt. Als er vanuit de omgeving van de stotteraar druk wordt gezet, kan dat zelfs voor achteruitgang in plaats van vooruitgang zorgen.
- Oefen regelmatig. Het is beter om elke dag een kwartiertje te oefenen dan één dag een vol uur en de rest van de week niets meer.
- Hou een dagboek bij. Daardoor kan je beter je vooruitgang zien. Ongetwijfeld zullen er veel ‘vallen en opstaan’-verhalen inkomen, maar hoe verder je raakt, hoe meer je zal opstaan en minder je valt.
- Denk positief. Dat zal je helpen nog meer vooruitgang te boeken.
- Zoek lotgenoten op. Door om te gaan met lotgenoten en te praten over persoonlijke ervaringen met stotteren, worden stotterende mensen een voorbeeld voor elkaar en kunnen ze een inspiratiebron zijn.
- Durf je te uiten. Net zoals de 13-jarige Brayden is het een geweldig idee om er openlijk voor uit te komen. Veel mensen die stotteren vermijden dergelijke situaties, maar door dit te doen valt er een pak vluchtgedrag van je schouders. Je gaat geen bakken kritiek kijken, maar juist veel lof en respect.
- Geloof in jezelf. Als je niet gelooft in jezelf, mag je ook niet verwachten dat de buitenwereld dat zal doen. Durf te zeggen: ‘Ik geloof in mezelf want ik doe mijn uiterste best!’ Door die zin enkele keren per dag voor jezelf uit te spreken, zal je onbewust die gedachte ook inprenten.
- Omring je met mensen die je steunen. Stotteraars kunnen een therapie volgen waarmee ze vooruitgang kunnen boeken. Controle krijgen over hun spraak, geeft hen een sterke boost. Helaas verslapt de motivatie vaak na een tijdje. Daarom is het belangrijk je te omringen met mensen die je willen helpen, maar ook om te lezen over stotteren of lid te worden van een zelfhulpvereniging.”
Enkele tips voor de luisteraar:
- “Vermijd het om correcties aan te brengen, te wijzen op het gestotter of de stotteraar te laten herhalen. Dat maakt het spreken onaangenaam en frustrerend en geeft meer spanning en soms meer stotteren.
- Adviezen als: ‘Denk eerst goed na’, ‘Haal eens diep adem’, ‘Wees eens wat rustiger’ doen het zelfvertrouwen dalen en doe je dus beter niet.
- Opmerkingen in het bijzijn van een stotteraar als: ‘Wat stottert hij toch weer erg’ of ‘Gisteren ging het toch veel beter’ werken als stoorzenders en worden zelfs al door kleuters van 3 jaar opgepikt. Vermijd ze dus.
- Geef de stotteraar de tijd om zijn gedachten uit te drukken en spreek rustig. Dat werkt veel efficiënter dan de stotteraar aanmanen om trager of rustiger te spreken.
- Hou oogcontact en probeer op een vriendelijke manier geduld uit te stralen.
- Het is belangrijk je aandacht te richten op wat de stotteraar zegt en niet op de manier waarop hij of zij dat doet. Wat er gezegd wordt blijft belangrijker dan hoe het gezegd wordt.”
Extra tips voor ouders:
- “Besteed veel aandacht aan wat je kind leuk vindt en kan. Bemoedig en steun het daarin. Kinderen, zowel jonge als oudere, zijn heel gevoelig voor de waardering van hun ouders. Zo bevorder je het zelfvertrouwen van je kind. Probeer dus niet alleen stil te staan bij het stotteren, dat is slechts een klein deeltje van je kind.
- Laat je kind voelen dat je van hem of haar houdt en dat hij belangrijk voor je is.
- Geef je kind zelf verantwoordelijkheden, laat het zelf antwoorden in de winkel of aan de telefoon, doe het niet in zijn plaats. Ook een stotterend kind moet de kans krijgen zich te ontwikkelen door zelfstandigheid te oefenen. Het kind moet leren voor zichzelf te praten, assertief te reageren of om te gaan met kritiek. Door een te beschermende opvoeding krijgt de jonge stotteraar onvoldoende de kans om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassene.
- Deel de leerkracht mee dat je kind stottert, vóór de eerste schooldag of tijdens de eerste schooldagen. De meeste leerkrachten staan positief tegenover overleg met de ouders.
- Wordt er op school gelachen met je kind, wacht dan niet te lang om de leerkracht in te lichten, zij staan meestal open voor een gesprek.
- Wanneer je kind aangeeft dat het problemen heeft met het spreken, luister en minimaliseer het probleem niet maar maak het ook niet erger dan het is.
- Wanneer je kind langer dan 6 maanden stottert, ga je het best eens langs bij een erkend stottertherapeut. Een logopedist(e) zonder specialisatie stotteren raden we dan weer ten sterkste af om advies in te winnen.
- Probeer zoveel mogelijk familie, vrienden en kennissen in te lichten over hoe je moet omgaan met je kind.”
Voor meer tips kan je terecht op stotteren.be.