Slechte slaper? Misschien doe je wel een van deze dingen verkeerd
Je hebt mensen die zich zodra ze hun hoofd op het kussen neerleggen al in dromenland bevinden. Anderen liggen daarentegen vaak uren te turen naar het plafond. Behoor jij net zoals ondergetekende tot die laatste groep? Misschien houdt wel een van deze slechte gewoontes je 's nachts wakker.

Slaapsaboteur nummer 1: slaapmedicatie
Hoewel slaappillen je helpen inslapen, is het meestal niet bewezen dat ze ook de kwaliteit van je slaap verbeteren. En het is net de kwaliteit van je slaap die van vitaal belang is om je 's ochtends fris en wakker te voelen. Als je slaapkwaliteit slecht is, kan je lichaam namelijk niet voldoende herstellen. Neem ze dus alleen als je echt merkt dat je beter slaapt.
Slaapsaboteur nummer 2: opstaan als je niet kan slapen
Het is een vaak gehoord advies om op te staan en iets anders te doen als je de slaap niet kan vatten. Toch kan die rust, zelfs als je niet slaapt, goed zijn voor je lichaam. Zolang je niet gefrustreerd bent dat je niet kan slapen, en die tijd ziet als rust is het geen verspilde tijd. Rusten helpt ook om je niveau van het stresshormoon cortisol te verlagen. Opstaan maakt je daarentegen vaak net wakkerder waardoor je daarna nog slechter inslaapt.
Slaapsaboteur nummer 3: alleen naar bed gaan als je moe bent
Elke dag op een ander uur naar bed gaan (en opstaan), kan leiden tot een slaapstoornis. Je lichaam verlangt naar structuur. Een vast tijdstip om in bed te kruipen en op te staan - ook in het weekend - kan helpen om makkelijker in slaap te vallen. Je lichaam zal die routine herkennen waardoor het je adrenaline- en cortisolniveau verlaagt en de productie van het slaapbevorderende hormoon melatonine verhoogt.
Slaapsaboteur nummer 4: een slaapmutsje drinken
Hoewel een glaasje wijn - of twee - je misschien sneller doet inslapen, doet alcohol niets goeds aan de kwaliteit van je slaap. Je nachtrust wordt meer onderbroken, je moet vaker naar het toilet en hoewel je in de eerste helft van de nacht beter slaapt, slaap je in de tweede helft net slechter. Als je 's avonds een glas drinkt, doe dat dan bij voorkeur bij het avondeten en stop daarna. Alcohol kan je slaap nog vier tot vijf uur nadat je je laatste glas dronk beïnvloeden.
Slaapsaboteur nummer 5: schaapjes tellen
Als het visualiseren van een hoop pluizige, witte schapen die over een hek springen je helpt inslapen: prijs je gelukkig, want voor veel mensen wordt het tellen vaak een bron van angst. Want hoe meer het cijfer omhoog gaat, hoe meer ze bezig zijn met het feit dat ze nog niet slapen. Wat wel werkt? Mentale routines die geen cijfers bevatten. Probeer je bijvoorbeeld in te beelden dat je stap voor stap een bananenbrood maakt. Wedden dat het niet eens in de oven raakt?
Slaapsaboteur nummer 6: naar de klok kijken
Nog zes uur vooraleer je moet opstaan, nu nog maar vijf, vier en een half … Voortdurend naar de klok kijken is erg verleidelijk als je de slaap niet kan vatten, maar je nachtrust komt het niet ten goede. Dat komt omdat terwijl je tijd om te slapen afneemt, je bezorgdheid toeneemt dat je niet in slaap valt. Zet je klok daarom ergens waar je hem niet kan zien. Probeer ook om alle afleiding uit je slaapkamer te bannen, ja dat betekent dus ook geen tv, smarthphone of alle andere dingen die kunnen piepen of knipperen.