‘Wil je het aan met mij?’, 2 experts over hoe je omgaat met kinderverliefdheid: “Toon interesse en veeg hun gevoelens niet van tafel”
Cupido’s pijlen treffen net zo goed kinderharten. En al zijn die hartjes fysiek nog wat kleiner, verliefdheid kan voor kinderen al heel emotioneel zijn. “Jong of oud: voor allebei staat verliefdheid gelijk aan een verwarrend, maar allesoverheersend gevoel", weet filosoof Kristof Van Rossem. Hij legt samen met seksuologe Evelien Luts uit welke soorten verliefdheid er zijn en hoe je best omgaat met een verliefde kleuter, kind of puber. “Laat verliefdheid of liefdesverdriet geen individueel gevoel zijn waar ze alleen mee worstelen, maar een onderwerp dat open besproken kan worden.”

“Om een goed koppel te zijn, moet je altijd blij zijn. Ook als hij snurkt”, weet Wynne (7). Hét geheim voor een langdurige liefdesrelatie zal wellicht nooit ontrafeld worden, maar kleine kids lijken er soms met hun adviezen best dichtbij te zitten. Of de waarheid daadwerkelijk uit een kindermond komt, laten we in het midden. Wel staat vast dat de Liefde met een grote L kinderen al vanaf jonge leeftijd begeestert. “Jong of oud: voor allebei staat verliefdheid gelijk aan een verwarrend, maar allesoverheersend gevoel”, weet filosoof Kristof Van Rossem.
“Ze mogen dan nog zo jong zijn, ieder kind weet wat verliefdheid is”, stelt filosoof Kristof Van Rossem. Als ‘specialist in de kunst van het vragen stellen’ filosofeert hij regelmatig met kinderen en jongeren over de grote thema’s van het leven, zoals verliefdheid en liefde. Dat daarop geen leeftijd staat, zoals het gezegde beweert, merkt Van Rossem telkens weer tijdens zijn sessies. “Volwassenen hebben al snel de neiging om kinderverliefdheid te minimaliseren, of te bestempelen als vluchtig en betekenisloos.”
“Natuurlijk verschillen de ervaring van de verliefde volwassene en die van het verliefde kind wel wat van elkaar. Vooral qua invulling: voor kinderen is het concept ‘verliefdheid’ heel concreet. Om het met de woorden van een zesjarige te zeggen: ‘Verliefde mensen houden elkaars hand vast, omdat ze anders gaan scheiden’. Hoe jonger de kinderen, hoe concreter de manier van uitdrukken. Tegelijk is het verschil in beleving veel minder groot dan mensen denken. Zo zijn jonge kinderen bijvoorbeeld al gevoelig voor jaloezie: het besef dat hun knappe lief ook in de ogen van anderen aantrekkelijk is, kan hen al heel wat kopzorgen bezorgen. Kortom, jong of oud: voor allebei staat verliefdheid gelijk aan een verwarrend, maar allesoverheersend gevoel.”
Zwart-wit, maar wel echt
Ook seksuologe Evelien Luts onderstreept dat de vlinders in het kinderbuikje allerminst een bagatel zijn. Ze is adjunct-directeur bij Pimento, een organisatie die zich specialiseert in relationele en seksuele vorming. “Zo’n briefje met daarop de vraag ‘Wil je het aan?’ en twee hokjes om ‘ja’ of ‘nee’ aan te kruisen, is het perfecte voorbeeld van hoe jonge kinderen de liefde zien: als een zwart-witkwestie. Af en toe sluipen er al volwassen concepten als ‘trouw’ en ‘exclusiviteit’ in hun liefdesbeleving, maar dat hoeft niet per se. Voor hen is verliefdheid al wel heel emotioneel – het geeft al een fijn gevoel om dicht bij hun liefje te zijn – maar van seksuele aantrekkingskracht is nog geen sprake. Dat neemt niet weg dat kinderen al echt stapelgek kunnen zijn op iemand."
“Veeg dat gevoel dus niet van tafel met een reactie à la ‘Wacht maar tot je ouder bent’. Aan ‘later’ hebben ze namelijk geen boodschap: ze voelen nu iets intens en overweldigends, en willen daarbij serieus genomen worden. We kunnen zelf trouwens nog wat opsteken van de kleine romeo’s en julia’s. De manier waarop ze zonder omwegen hun liefde aan iemand durven te verklaren – ‘Ik wil met jou, jij ook met mij?’ – is bewonderenswaardig. Op dat vlak tonen ze zich een pak dapperder dan volwassenen, die geneigd zijn om eromheen te draaien. Denk maar aan datingprogramma’s op televisie. Daar willen ze elkaar steevast ‘misschien’ terugzien, nooit ‘zeker’ en ‘absoluut’.”
Hand in hand
De experts zijn het erover eens: aan spot of hoongelach hebben verliefde kinderen geen boodschap. Hoe je dan wel omgaat met hun liefdesperikelen? Zoals zo vaak, begint alles met een goed gesprek.
Evelien Luts: “Voor een kind is het belangrijk om te weten dat liefdesperikelen bij het leven horen. Door er al vroeg genoeg een opvoedthema van te maken, leg je een belangrijke basis voor later en zet je de deur open voor vragen. Wacht liever niet tot het kind zelf het initiatief neemt: voor kinderen kan verliefdheid heel onwennig aanvoelen. Als hun mama of papa hen dan de pieren uit de neus haalt, klappen ze dicht. Er zijn heel wat kinderboekjes die een eerste verliefdheid beschrijven, maar ook een film, een sprookje of zelfs een koppel dat hand in hand loopt op straat, kan een mooie aanleiding zijn om het onderwerp ter sprake te brengen.”
Kristof Van Rossem: “Laat verliefdheid of liefdesverdriet geen individueel gevoel zijn waar ze alleen mee worstelen, maar een onderwerp dat open besproken kan worden. Het besef dat iedereen weleens vlinders ervaart of afgewezen wordt, verlaagt de drempel voor een goed gesprek. Stel je als ouder daarin even onderzoekend op als je kind. Volwassenen zijn geneigd om dingen meteen te verklaren. Als een kind vraagt: ‘Kunnen hondjes ook verliefd zijn?’, dan vinden we dat meteen naïef en schattig. ‘Natuurlijk niet!’, lachen we de vraag weg. Maar hoe kunnen wij daar nu zo zeker van zijn? Het principe van een goed filosofisch gesprek is net dat het over thema’s gaat die zo ingewikkeld zijn dat je er als volwassene even weinig of evenveel over weet als je kind.’ Veeg hun ideeën dus niet van tafel, maar vraag door. ‘Waaraan herken je een verliefde hond volgens jou?”
“Door de interpretatie achterwege te laten, geef je hen de kans om hun observaties, twijfels en vragen op tafel te leggen”, vervolgt de filosoof. “Die hebben ze zeker. We denken al snel dat kinderen geen mening hebben over ‘volwassen’ thema’s als een scheiding, maar kinderen observeren enorm: hoe jonger ze zijn, hoe meer ze opzuigen uit hun omgeving. Hun mening wordt heel sterk gekleurd door alles wat ze rondom hen zien. Die observaties nemen de kleintjes mee in hun liefdesbeleving. Soms is dat positief, soms negatief.”
Evelien Luts: “Kinderen zien nu vaker koppels van hetzelfde geslacht. Daardoor krijgen ze mee dat je verliefd kan worden op jongens, meisjes, of allebei. Tegelijk worden ze nu ook vaker geconfronteerd met de minder fraaie kant van de liefde. Soms zeggen jongeren tijdens onze vormingen heel beslist dat ze nooit willen trouwen, ‘omdat mama’s en papa’s dan alleen nog maar ruziemaken’. Net daarom geloof ik hard in het principe van ‘voorleven’. Leg niet alleen uit wat een relatie inhoudt, maar laat het ook zien. Met liefdevolle gebaren als een kus, knuffel of compliment tonen ouders hun kinderen hoe je uiting kan geven aan je gevoelens voor elkaar.”
Over kleuter-, kinder- en puberliefde
Kleuterverliefdheid
Evelien Luts: “Kleutertjes zijn verliefd op iedereen: op hun juf of meester, hun beste speelkameraadje of zelfs op hun hond of teddybeer. Leeftijd of geslacht speelt daarbij geen rol. Soms verkondigen kleuters zelfs vol trots dat ze later met jou willen trouwen. Daarmee willen ze in de eerste plaats tonen dat ze je heel graag zien. (lacht)”
“Voor drie- tot zesjarigen staat ‘Ik ben verliefd op jou’ dan ook gelijk aan ‘Ik vind je leuk’. Doordat ze hun aandacht richten op die ene speciale persoon, worden ze ook al geconfronteerd met afwijzing. Kindjes kunnen echt in de put zitten als dat ene vriendje of vriendinnetje plots hand in hand loopt met iemand anders. Voor kleuters staat een koppeltje zijn vooral gelijk aan samen spelen. Vanuit dat idee kunnen ze meerdere liefjes hebben op een dag. Geef kleuters dus vooral de ruimte om zelf een invulling te geven aan verliefdheid. Dring hen niet meteen volwassen concepten als ‘monogamie’ of ‘exclusiviteit’ op.”
“Kleuters worden al eens betrapt op ‘doktertje spelen’. Het is een normaal deel van de seksuele ontwikkeling, maar getuigt vooral van nieuwsgierigheid. Lustgevoelens zijn op deze leeftijd nog niet aan de orde: het draait vooral om ontdekken wat fijn is en wat niet. Met een babbel op kindermaat koppel je nieuwsgierigheid aan het stellen van grenzen. Nee is nee. Maar wat soms vergeten wordt, is dat voluit ‘ja’ zeggen ook moet kunnen: vergeet je kleuter niet om te leren genieten van wat hij fijn vindt. Merk je dat je kindje geniet van gekietel aan zijn teentjes? Benoem dat dan: ‘ik zie dat jij dit fijn vindt. Zal mama het voortaan wat vaker doen?’’’
Kinderverliefdheid
“In de lagere school worden kinderen voor het eerst ‘echt’ gevoelsmatig verliefd. Rond hun achtste à negende beginnen de typische symptomen van verliefdheid in volle hevigheid op te spelen: ze beginnen te blozen en ervaren spanning en kriebeltjes. Soms worden er handjes vastgehouden, of kusjes op de wang gegeven. Al hoeft dat zeker niet. Soms blijft een koosnaampje de enige uiting van hun liefde. Maar sowieso kunnen er al heftige gevoelens de kop opsteken. Positieve, maar ook negatieve: op deze leeftijd krijgen ze meestal ook hun eerste voorsmaakje van liefdesverdriet. Het is heel belangrijk dat kinderen thuis terechtkunnen met hun gevoelens. Daarom is het goed om hen vooral zelf te laten vertellen. Toon interesse en veeg de verhalen van je kind niet van tafel. Zo leer je hen dat het oké is om iemand graag te zien op je eigen manier.”
Puberverliefdheid
“De puberteit is een rollercoaster van emoties. Alle gevoelens die met verliefdheid gepaard gaan – positieve en negatieve – worden alleen maar versterkt. Naarmate ze ouder worden, wint de lichamelijke beleving van de liefde aan belang. De behoefte om elkaar vast te pakken, te kussen en elkaars lijf te ontdekken, groeit. Tegelijk neemt bij veel ouders de gêne toe om over het onderwerp te praten: zij denken dat pubers zelf wel naar hen zullen komen als ze met vragen zitten. Nochtans blijkt uit onderzoek dat kinderen van hun ouders verwachten dat zij het initiatief nemen.”
“Je kind dat staat te kussen in de keuken? Dat is voor veel ouders best confronterend: help, ze zijn plots groot! Verliefdheid verbieden omdat je puber zogezegd nog te jong is? Dat werkt net zomin als die strenge ‘niet aanraken!’-bordjes in musea: mijn vingers beginnen er spontaan van te jeuken. Wat wel werkt, is een open gesprek. Daarin kan je enerzijds polsen naar de manier waarop je puber de liefde op dit moment ervaart. Wil het koppeltje al blijven slapen bij elkaar? Is er al over voorbehoedsmiddelen gepraat? Anderzijds geeft het je de kans om jouw gevoelens op tafel te gooien: benoem waarom het voor jou niet evident is om je kind plots aan zijn lief te zien plakken. Geef aan wat kan voor jou en wat niet, maar gun jezelf hier ook groeimarge in.”
“Pubers voelen soms schroom om met hun ouders over seks te praten. Dring jezelf in zo’n geval zeker niet op, maar laat je kind weten dat het met vragen altijd bij jou mag aankloppen. Maak ook duidelijk dat niet alle informatie op het internet klopt en verwijs hen naar andere betrouwbare informatiebronnen zoals allesoverseks.be en watwat.be.”
Kleine filosofen over de liefde
Tijdens zijn sessies ‘filosoferen met kinderen’ verzamelde Kristof Van Rossem heel wat markante inzichten over de liefde. Een bloemlezing:
Laura (9): “Verliefd worden? Ik heb gehoord dat dat te maken heeft met je geur. Daarom koopt iedereen zoveel parfums.”
Jelle (7): “Verliefde mensen houden elkaars hand vast, omdat ze oefenen voor de dag dat ze samen hand in hand door de kerk wandelen en dat hele huwelijksfeest moeten doen.”
Sarah (9): “Als volwassenen verliefd zijn, dan zijn ze meestal mooi aangekleed. Dus als ze gewoon een jeansbroek aanhebben, dan zijn ze misschien al uit elkaar.”
Charlotte (9): “Het is echte liefde als ze in het restaurant zo’n dessert bestellen dat in brand staat. Dat bestellen ze graag, want hun hart staat ook in brand.”
Manuel (8): “Als je verliefd wordt, word je door een pijl neergestoken of zoiets, maar de rest doet niet meer zo’n pijn.”
Ava (8): “Om een goed koppel te zijn, moet een van de twee weten hoe je een cheque moet invullen. Want als je trouwt, moet je de rekeningen zelf betalen.”
Camille (9): “Je kan iemand verliefd maken door met je heupen te schudden. En de rest komt dan wel.”
Dave (8); “Als je wil dat de liefde blijft duren, dan moet je heel goed leren kussen. Dan vergeet je vrouw misschien dat je nooit de vuilnisbakken buitenzet.”
Meer weten?
‘Het Filosofisch Gesprek: De basis’ van Kristof Van Rossem (Lannoo Campus en ISVW Uitgevers, € 19,99). Te verkrijgen viahetfilosofischgesprek.be
Dobbelspel: vragenvulkaan (€ 34) gooit 36 filosofische thema’s op een speelse manier op tafel. O.a. verkrijgbaar via filosovaardig.nl