Binnenkijken in 3 tiny houses: "We wilden niet harder moeten werken om ons grote huis af te betalen”
“Weet je dat wij tachtig procent van onze spullen uit ons vorige huis hebben moeten wegdoen?” Gaan we in de toekomst steeds kleiner wonen? ‘Tiny houses’ schieten alleszins als paddenstoelen uit de grond. Zelfs IKEA sprong eind vorig jaar mee op de kar door een eigen versie te creëren. Ook deze vijf Vlamingen kozen het voorbije jaar resoluut voor zo’n piepklein huisje. Ze besparen geld, stemden hun tiny house nauwkeurig af op hun noden en genieten van de rust die de beperkte hoeveelheid spullen met zich meebrengt. “Het voelde alsof we slaven waren geworden van onze veel te grote woning.”

Carolien (57) en Kenneth (67) wonen sinds vorige zomer in een houten Tiny House in Leeuwarden: “Geen ruimte voor overbodige spullen”
“We woonden in een vrijstaand, groot huis in een dorp. Maar toen de kinderen het huis uit waren, overviel ons steeds vaker het gevoel: is dit nog verantwoord? Toen ik om gezondheidsredenen anders moest gaan eten en mijn man tijdens een trektocht naar Santiago de Compostela tot de conclusie kwam dat hij best op basis van één rugzak kon leven, nam onze interesse voor een tiny house toe.”
“Op een gegeven moment was er in Leeuwarden een loting voor een kavel, waarop tien verschillende huisjes gebouwd mochten worden. Wij waren bij de gelukkigen. Ons huis is getekend door Woonpioniers, een jong architectenbureau uit Amsterdam. We zaten meteen op dezelfde golflengte. Er is veel glas en hout gebruikt in het huis, van lariks en grenen tot gebogen vurenhout voor het interieur. We wilden er graag een badkamertje in én een degelijke keuken, en dat is allemaal wonderwel gelukt. Ons huis is beneden dertig vierkante meter groot, en op de eerste etage zijn er nog twaalf vierkante meter voor de slaapkamer.”
“Het inrichten is sowieso een kwestie van creativiteit en flexibiliteit. Zo wordt bijvoorbeeld de trap ook als opbergruimte gebruikt en fungeert de inkomhal eveneens als werkhoek. Het is wel opmerkelijk hoe wonen in een tiny house ook gevolgen heeft op onze manier van shoppen. Dat gebeurt namelijk veel bewuster. Er is slechts beperkte ruimte, en dus heeft het geen zin om overbodige dingen te kopen. En wordt er toch iets nieuws gekocht, dan gaat er iets weg.”
“We vragen ook aan onze bezoekers om geen cadeautjes mee te brengen. Bloemen of een fles wijn zijn welkom, maar iets wat plaats inneemt, liever niet. Weet je dat wij bijna tachtig procent van onze meubelen en spullen uit ons vorige huis hebben moeten wegdoen? Dat is best veel, hoor. Maar of we echt iets missen hier? Dat niet. Wél hebben we ons een aantal jaren voorbereid op dat kleiner gaan wonen. Door geleidelijk aan meer spullen weg te schenken of te gooien, tot we écht bij de essentie uitkwamen.”
“Eerlijk gezegd wilden we het niet langer: alsmaar groter gaan wonen en harder moeten werken om je huis af te betalen. Bovendien wilden we onze voetafdruk verkleinen en met duurzame materialen bouwen, maar wél met het comfort van een goede isolatie en verwarming, zonnepanelen en nutsvoorzieningen. En kijk, we zijn erg blij met het resultaat.”
“Voorlopig wonen we op een groen domein tussen twee nieuwbouwwijken, maar de stad wil hier in de nabije toekomst een park met bomen aanleggen waar mensen ook kunnen fietsen en wandelen. Het blijft hier wel autovrij. Voor de bewoners zelf, waaronder wij, is er één gemeenschappelijke ruimte waar we de auto kunnen parkeren en waar ook een extra opbergruimte is voorzien.”
“Waar we het meest van genieten? Vanuit onze bank de wolken kunnen zien (de totale achtergevel bestaat uit glas, red.), terwijl alles om ons heen overzichtelijk en ordelijk is. Heel bevrijdend is dat.”
Catherine (49) en Wilfried (54) hebben een Tiny House op een groene camping in Ottenburg: “Onze vier kinderen kunnen zelfs komen logeren”
“Toen Tiny House Belgium een pop-uphotel nabij Brugge organiseerde waar je een tiny house kon huren, hebben we meteen een paar dagen geboekt. Na afloop waren we er nog meer van overtuigd dat het voor ons de ideale woonvorm was. Op dat moment woonden we nog in een vrij groot huis, maar waren al drie van onze vier kinderen op kot. We hadden al een tijdje het gevoel dat we slaaf geworden waren van onze – veel te grote – woning. We merkten dat we vooral aan de keukentafel zaten, en de rest van de ruimte praktisch niet gebruikten.”
“We hebben nog een aantal keren onderdak verleend aan vluchtelingen uit het Maximiliaanpark in Brussel, waardoor het schuldgevoel nog meer ging knagen: er zijn zoveel mensen die een dak boven hun hoofd zoeken, en wij hebben zoveel meer dan we nodig hebben. Dat wilden we graag anders. En dus hebben we beslist om ons eigen tiny house te bestellen.”
“Het werd een erg fijne samenwerking, waarbij we door Arno (van Tiny House Belgium) zelfs mee werden genomen naar de groothandel om ‘ons’ hout uit te kiezen. Verder wilden we in ons huisje vooral veel contact met buiten, wat ook voorzien werd door het grote raam aan de voorzijde. Alles werd door de architect ingenieus uitgetekend en ingepast. Zo slapen wij boven op onze ‘loft’, maar is er rekening mee gehouden dat onze vier kinderen tegelijk kunnen komen logeren. Beneden kan de zithoek omgebouwd worden tot een tweepersoonsbed en er zitten haken aan de muren waaraan we twee hangmatten kunnen hangen. Van de panelen van de opbergkast beneden kan dan weer een schrijftafel gemaakt worden. Kortom: over elke vierkante meter is nagedacht (het huis is 7,5 meter lang, 2,75 meter breed en 4 meter hoog, red.).”
“In het begin zagen onze kinderen het huis eerder als een ‘hippieproject’ (lacht), maar ondertussen zijn ze al een paar keer langsgekomen en hebben ze hun mening bijgesteld. Wij zijn in elk geval nog altijd heel blij met onze keuze.”
Ons huisje staat op een groene camping in Ottenburg, op de grens tussen Vlaanderen en Wallonië. Het is een prachtig gebied om in te wandelen en te fietsen. Zelf hebben we geen auto, maar wel een motor, waarmee we gaan werken. Of we iets missen van onze oude spullen? Eigenlijk niet, ook al hebben we heel veel weggegeven. Soms kostte dat wat moeite, zoals de oude kinderboeken waarmee onze kinderen leerden lezen. Maar ze kregen een nuttige, nieuwe bestemming in een naburig schooltje, en dat hielp.”
“Door in een tiny house te wonen leer je sowieso om soberder te leven, ik denk nu veel meer na over elke aankoop. Ik hou nogal van orde en structuur, en omdat alles hier zijn plaats heeft, vind ik die nu honderd procent thuis. Wegens: niets te veel. Bovendien is het fijn om te weten dat je ecologische voetafdruk in zo’n tiny house een stuk kleiner wordt. Ooit willen we volledig zelfbedruipend zijn, maar momenteel lukt dat nog niet helemaal. We zijn nog aangesloten op de riolering en het elektriciteitsnet. Maar we verwarmen wel via een infraroodpaneel op het plafond, en hebben bijvoorbeeld geen wasmachine.”
“Eerlijk? Sinds we hier wonen, voelen we ons letterlijk en figuurlijk lichter. Heerlijk is dat.”
Jill (34) woont sinds een jaar in een mobiel Tiny House op een landgoed in Halen: “Maar het was niet evident om een plek te vinden in België”
“Het idee voor een tiny house is ontstaan toen mijn vorige relatie stopte en ik op zoek moest naar een nieuw onderkomen. Toen dacht ik voor het eerst: misschien moet ik iets voor mezelf kopen, daar kan ik altijd op terugvallen. Omdat ik geen budget had voor een groot huis, botste ik in 2016 op de Tiny House Movement, die toen net in België begon op te komen. Via Tiny House Belgium had ik de kans om binnen een haalbaar budget een eigen huisje te laten bouwen.”
“De grote lijnen heb ik zelf met potlood op papier geschetst. Ik wilde in het ontwerp graag veel hout, en wielen voor extra vrijheid. De kleuren moesten bij voorkeur zacht zijn en ik had een uitgesproken voorkeur voor natuurelementen en ronde vormen. Ook een oven – ik kook graag – en een schrijftafeltje mochten niet ontbreken. Enkele maanden later was mijn tiny house klaar. Ongeveer vijftien vierkante meter groot is het.”
“Omdat het in België voorlopig nog niet evident is om een plek te vinden, kwam ik na wat omzwervingen in Halen terecht, op het veld van een holistische dierenarts. Een supertoffe dame. Toen ze me een plek op haar domein aanbood, ben ik er eerst een paar keer langsgegaan, één keer zelfs om aan de natuur te vragen of het oké was dat ik daar kwam wonen. (lacht) Die band met de natuur ligt trouwens aan de basis van mijn tinyhouse avontuur. Als kind ging ik al urenlang fietsen en kon ik er écht van genieten om naar de wolken en de lucht te kijken. Ook in mijn huisje heb ik een vast ritueel. Wanneer ik ’s ochtends wakker word, doe ik meteen mijn raampje open om te ruiken wat voor weer het wordt en welke kleren ik moet aantrekken.”
“Of ik veel heb moeten elimineren uit mijn vorige inboedel? Eerlijk? Ik heb nooit veel meubelen en huisgoed gehad. Alleen mijn boeken, die wilde ik heel graag houden. Dat is gelukt, met een beetje stapelen. Waar ik misschien nog het meest trots op ben in mijn huis, is de trap. Hij is van een boomstam gemaakt, de houtschijven zijn de treden. Aan de buitenkant vind ik de cederhouten dakpannen erg geslaagd. Door de ronde dakvorm heb ik binnen aan ruimte moeten inboeten, maar dat was me het waard. Eenvoud siert, heb ik hier geleerd.”
“Of ik hier eeuwig zal blijven wonen, weet ik nog niet. Ik heb ondertussen een hond, een golden retriever, én een nieuwe partner met twee kinderen. (glimlacht) We hebben hier even met z’n allen gewoond, en ja, dat is krap. We zien wel wat de toekomst brengt, mijn huisje blijft sowieso mijn uitvalsbasis. Ondertussen heb ik hier op hetzelfde veld ook een joert geplaatst, waar in de toekomst onder andere yogalessen gegeven zullen worden, maar dat zal voor ná corona zijn. Feit is: ik woon hier ongelofelijk graag. De plek waar mijn huisje staat, gaf ik de naam ‘LandGoed’, dat spreekt voor zich, toch?”