Het orgasme-ABC: seksuologe Chloé De Bie legt uit hoe je de G-spot vindt (en de A-spot, de P-spot en de X-spot)
Over de G-spot is al veel inkt gevloeid. Maar hem vinden blijft moeilijk. Zó moeilijk dat we zelfs twijfelen of het mythische genotplekje wel bestaat. Laat het in ieder geval geen reden zijn om de zoektocht te staken. Volgens klinisch seksuoloog en relatietherapeut Chloé De Bie zijn er meer dan genoeg erogene zones daarbeneden. “We moeten durven masturberen om te weten hoe ons lichaam reageert op aanraking.” Hoog tijd om wat bij te leren.

Wist je dat de clitoris véél groter is dan een klein knopje? En durf jij met zekerheid te zeggen dat de G-spot bestaat? Geen zorgen als je niet nadrukkelijk jaknikt. Je bent niet alleen. “Onze kennis over vrouwelijke seksualiteitsbeleving schiet tekort”, meent relatietherapeut en klinisch seksuoloog Chloé De Bie.
Wetenschap is niet veel wijzer
Zelfs de wetenschap heeft lang in het duister getast. De Bie: “De geneeskunde was lange tijd een mannenbastion. Zij gingen onderzoeken wat hen zelf interesseerde: de penis. Pas op het einde van de twintigste eeuw is men beginnen kijken naar de anatomie van het vrouwelijke geslachtsdeel. Het was al 1998 (!) toen men er achter kwam dat de clitoris geen knopje is, maar een heus orgaan dat slechts gedeeltelijk zichtbaar is.”
Meer dan penetratie
Dat zorgt ervoor dat het vrouwelijk genot een mysterie blijft. Voor vrouwen én mannen. Dat maakt de orgasmekloof pijnlijk duidelijk: mannen (90 procent) ervaren véél vaker dan vrouwen (48 procent) een orgasme tijdens seks. “Mensen vergeten dat de vagina vooral een baringskanaal is. Er zitten weinig genotsreceptoren, dus het is niet makkelijk om dankzij penetratie een orgasme te bereiken. Dat gebeurt vooral, als je de clitoris en andere gevoelige spots stimuleert”, stelt De Bie.
De boodschap is duidelijk. Ga op ontdekkingstocht naar die gevoelige plekjes. En goed nieuws: veel vrouwen doen dat ook. Volgens een recente studie van Goed Gevoel in samenwerking met onderzoeksbureau InSites Consulting houdt drie op de vier vrouwen zich bezig met soloseks. Maar amper de helft komt klaar tijdens het masturberen.
“We moeten durven masturberen om te weten hoe ons lichaam reageert op aanraking”, reageert De Bie. “Durven op zoek te gaan naar fijne plekjes. Rondom de vulva, maar ook aan de binnenkant van de vagina. Bepaalde spots zorgen ervoor dat kliertjes meer vocht produceren. Dat werkt niet bij iedereen, maar sommige vrouwen kunnen hierdoor squirten, of tijdens een orgasme meer vocht naar buiten duwen.”
Kortom, laat die erotische spots geen speld in een hooiberg zijn, maar ga ernaar op zoek. Wij helpen je alvast een handje met ons orgasme-ABC.
G-spot
De G-spot staat bekend als de ultieme genotsplek. Desondanks weet twintig procent van de dames niet waar die zich bevindt, zo toonde het onderzoek van Goed Gevoel aan. Ook in de wetenschap blijft het onderwerp voer voor discussie: bestaat het nu, of niet?
De Bie: “De G-spot bestaat. De Duitse arts Ernest Gräfenberg ontdekte in de jaren 50 dat er zich een gevoelige zone bevindt op de voorwand, zo’n drie à vijf centimeter diep in de vagina.” Grappig genoeg is het niet Gräfenberg die deze zone de G-spot heeft gedoopt. In de jaren 80 beschreef een team van onderzoekers deze erogene zone als “een gevoelige plek in de vorm van een boontje”, en gaven ze het de naam G-spot. Maar door de vergelijking met het boontje is er veel verwarring en misconceptie ontstaan. Lang werd gedacht dat het ging om een concreet ‘knopje’ in plaats van een zone.
De Bie zorgt voor klaarheid: “Voor alle duidelijkheid: het is geen apart orgaan. Wel een sponzige verdikking die je kan vinden door een ‘kom maar hier’-beweging te maken met een vinger in je vagina. Vermoedelijk is het de achterkant van de clitoris, die je voelt dwars door de schedewand.”
C-spot
De C-spot is gewoon een andere term die af en toe gebruikt wordt voor clitoris. Iets minder mysterieus dan de G-spot, maar nog steeds moeilijk om te vinden, zo blijkt uit de studie van Goed Gevoel, want 19 procent kan de clitoris niet aanduiden op een tekening van de vulva. De Bie: “Om het met de woorden van mijn Nederlandse collega Ellen Laan te zeggen: we moeten allemaal dringend een pak ‘clitkundiger’ worden en kennis vergaren over ons genotsapparaat. Zo zitten er op het kleine uiteinde van de clitoris, dat we wel kunnen zien, maar liefst 8.000 genotsreceptoren. Ter vergelijking: de hele oppervlakte van de eikel telt er maar 4.000. Dat verklaart meteen waarom het soms zoeken is naar de juiste vorm van stimulatie. Directe aanraking is al snel té intens. Dus is experimenteren de ideale manier om ‘clitkundiger’ te worden.”
A-spot
“De anterior fornix ligt nog een tikje verder dan de G-spot, vlakbij de baarmoederhals”, aldus De Bie. “Je moet best lange vingers hebben om deze zone te stimuleren. Nog handiger is een lang, dun seksspeeltje met gekromd einde. Veel vrouwen geven aan dat de A-spot gevoelig is, maar niet iedereen vindt het fijn om zo diep gestimuleerd te worden.”
P-spot
“De post fornix ligt op de achterwand, recht tegenover de A-spot en kan ook helpen om een climax te krijgen. Opnieuw: niet elke vrouw zal genieten van deze prikkeling, want er is diepe stimulatie nodig. Ga dus voorzichtig te werk en gebruik eventueel een seksspeeltje.”
X-spot
“Staar je vooral niet blind op deze spots”, benadrukt de seksuoloog. “Het is niet omdat bepaalde plekken over het algemeen gevoeliger zijn voor aanraking, dat ze bij jou ook voor extra genot zorgen. Iedereen zit een beetje anders in elkaar. De ene vindt het heerlijk om in z’n nek gezoend te worden, de ander kan het niet verdragen. Ga dus op zoek naar de X-spots, de zones die jou in extase brengen.”
Chloé De Bie bracht op 21 oktober haar boek ‘En ze leefden nog lang en gelukkig’ uit bij Pelckmans Uitgeverij. Daarin bespreekt ze de valkuilen in elke relatie en gaat ze ook dieper in op het vrouwelijk seksueel genot.