Zijn we echt aangetrokken tot mensen die op onze ouders lijken? De wetenschap zegt van wel
Volgens de wetenschap voelen we ons aangetrokken tot partners die ons op bepaalde manieren aan onze ouders doen denken. Zélfs fysiek. Relatietherapeut en seksuoloog Filip Geelen verklaart hoe dat er in de praktijk uitziet en welke valkuilen er zijn. “Je hebt een boon voor gelaatstrekken die je in je eerste levensjaren zag.”

Wie al panikeert bij het idee dat je met een lookalike van je ouder tussen de lakens zou duiken: geen zorgen. Zo letterlijk hoef je het niet te nemen. Volgens onderzoek voelen we ons vooral, bewust of niet, aangetrokken tot mensen die innerlijk op onze ouders lijken. Al zijn er nu ook stellingen in de omloop die zeggen dat we ons in onze partnerkeuze ook zouden laten leiden door het uiterlijk van onze ouders.
Onze ervaringen als baby of kind hebben dus een levenslange impact op de partners die we kiezen. Dat zegt ook relatietherapeut Filip Geelen. “Hoe jij omging met je ‘primaire zorgfiguren’ en hoe zij met jou omgingen, beïnvloedt hoe je in toekomstige relaties zal staan.”
Liefst iemand net zo warm of net zo hardwerkend als je ouders?
Zo worden onze normen en waarden vaak gevormd door onze ouders. “Het is logisch dat je je als volwassene richt naar wat je als kind zag. Kom je uit een gezin waar hard werken beloond werd? Dan zul je zelf geneigd zijn om die waarde belangrijk te vinden. Ontmoet je iemand met diezelfde ingesteldheid, dan kan dat jouw interesse in die persoon aanwakkeren. Lieten je ouders vaak vrienden over de vloer komen en gingen ze warme relaties met hen aan? Dan zul je een levenspartner waarderen die genegen en warm contact met anderen naar waarde weet te schatten.”
Nog voorbeelden die Geelen aanstipt: “Als je thuis leert dat je als koppel alles samen doet, ga je het misschien moeilijk hebben om een heel zelfstandige partner te aanvaarden. Wellicht neig je dan eerder naar een andere huismus om het thuis gezellig mee te maken.”
Schat, je lijkt op mijn papa
Maar er is ook best wat onderzoek gedaan naar de hypothese dat we ook fysiek aangetrokken zouden zijn tot partners die op onze ouders lijken. En kijk: dat wordt door studies bevestigd. In het wetenschappelijke tijdschrift ‘Cogent Psychology’ toont een Amerikaans onderzoek uit 2017 dat negentien procent van de vrouwen en zestien procent van de mannen aangeven dat ze een boontje hebben voor mensen met fysieke eigenschappen gelijkaardig aan die van hun ouders.
Geelen kan deze studie volgen. “Ik geloof dat mensen onbewust op zoek kunnen gaan naar iemand die op hun ouder lijkt. Maar ik zou de gelaatstrekken dan eerder koppelen aan emoties en herinneringen. De zachte ogen van je vader, een trek rond de mond van je glimlachende moeder, … Misschien zijn het zulke fysieke kwaliteiten die je een vertrouwd gevoel geven.”
Dat werkt ook omgekeerd. “Als je géén goede band had met een ouder en je ontmoet iemand met een gelaatstrek of uitstraling die je aan die ouder doet denken, zul je waarschijnlijk niet meteen op die persoon afstappen.”
Doet de mens aan ‘sexual imprinting’?
Als we dat fenomeen proberen te verklaren, zien we in onderzoek vaak de term ‘sexual imprinting’ opduiken. “Sexual imprinting komt vooral terug in het dierenrijk”, zegt Geelen. “Piepjonge dieren klampen zich vast aan de eerste figuur in hun omgeving — vaak de moeder — en herkennen die dankzij een bepaald uiterlijk kenmerk.”
En soms wordt die ‘imprinting’ ook seksueel. “Die jonge dieren ‘printen’ het beeld van hun moeder of vader vast in hun brein. Later kan zo iemand die op hun ouder lijkt, hun partner worden om de soort mee verder te zetten”
Over naar de mens, waar hetzelfde fenomeen ook onderzocht werd. Geelen nuanceert meteen: “Je zult net als die dieren een boon hebben voor bepaalde gelaatstrekken die je in je eerste levensjaren ziet. Maar om te zeggen dat we die als blauwdruk nemen voor een liefdespartner, dat lijkt me een brug te ver. Het kan een aspect zijn, maar er zijn nog veel meer factoren die een rol spelen bij de keuze van een partner.”
Is dat dan hetzelfde als ‘daddy issues’?
Stel nu dat we effectief vallen voor iemand met dezelfde sprankelende ogen als onze vader. Dan hoeven we nog niet meteen te denken dat we met zogenaamde ‘daddy issues’ zitten, zegt de expert.
Geelen: “De term daddy issues wordt al snel bovengehaald wanneer een vrouw de leegte die ze voelt door een afwezige vaderfiguur, probeert te vullen met een relatie. Dan kiest ze bijvoorbeeld voor een standvastig iemand, omdat ze verlangt naar een warme en veilige omgeving. Een oudere man kan dat zijn, die zijn leven al wat op een rijtje heeft, standvastiger is en ook wat meer — al dan niet financiële — gemoedsrust kan bieden. Andere vrouwen zijn dan weer geneigd om ruigere types op te zoeken, omdat die net niét de ‘standvastige man’ zijn – een type waar de vrouw met de afwezige vader toch niet in kan geloven, want ze kent het niet.”
Kan je er iets aan veranderen?
Ril je nu van het idee dat je steeds op iemand à la mama of papa valt? Of val je daardoor altijd op de verkeerde types? “Tja, aantrekking veranderen is moeilijk”, zegt Geelen. “Al kun je je wel bewust zijn van de dynamieken die erachter zitten. Maar het besef dat je steeds neigt naar iemand die je doet denken aan je vader of moeder, komt er vaak pas na veel innerlijk werk, zoals gesprekken met een therapeut, bijvoorbeeld.”
“Vaak zijn het immers dynamieken die zich onderhuids afspelen, onbewust. Maar als je die — eventueel met de hulp van therapie — kan blootleggen, zou je op termijn wel kunnen leren luisteren naar wat je zélf wil en wat je zélf belangrijk vindt. En dat het ook oké is om niet te willen wat je ouders je getoond hebben. Je leeft voor jezelf.”
Chemie blijft onvoorspelbaar
Partnerkeuze blijft dus iets mysterieus. “We willen allemaal wel weten waarom iemand wel of niet bij ons past. Maar partnerkeuze is helaas geen exacte wetenschap. De fundamenten van een relatie, zoals de hechtingstijl, normen en waarden van de partners, kun je wel blootleggen. Maar de chemie tussen mensen blijft iets onvoorspelbaars, en daarom net zo aantrekkelijk.”
“Je kan er niet van uitgaan dat je sowieso op lookalikes van je ouders valt. Niet iedereen vindt de karaktertrekken van zijn ouders aantrekkelijk. Niet iedereen die een afwezige ouder had, zal wantrouwig zijn. We zijn allemaal het product van ons verleden, maar de impact van die gebeurtenissen is bij iedereen verschillend.”