Gezond en gelukkig leven begint hier en nu

Abonneer

Zin in seks wordt bepaald door je hersenen. “Je brein is je belangrijkste seksorgaan”, zeggen deze 2 onderzoekers

doorNathalie Topsop 06/12/2022

Waarom is de kans dat mannen klaarkomen tijdens seks veel groter dan bij vrouwen? Waarom wordt de ene opgewonden van een pak slaag op de billen en heeft de andere een voetenfetisj? Seksuoloog Marieke Dewitte en neurowetenschapper Janniko Georgiadis bestudeerden hoe mensen zin krijgen in seks en geven antwoord op een aantal belangrijke vragen. “Een bevredigende ervaring is erg belonend voor je brein en smaakt naar meer. Maar seks kan je evengoed afleren.”

Als er over seks geschreven of gepraat wordt, is de term ‘libido’ nooit ver weg. Met dank aan Sigmund Freud, die het begrip zo’n honderd jaar geleden grootmaakte. Volgens hem was het seksueel verlangen een allesoverheersende innerlijke drift die niet te negeren valt. Vooral mannen zouden ­eronder te 'lijden’ hebben: als wandelende bommen vol seksuele spanning staan ze altijd paraat. Vrouwen waren volgens de Weense psychiater een pak minder bedeeld in deze categorie. 

Hoewel we intussen ruim een eeuw verder zijn, bleef Freuds idee hangen: mannen hebben altijd zin, en vrouwen (veel te) weinig. Als het aan seksuoloog en ­klinisch psycholoog Marieke Dewitte ligt, is dit ­meteen de laatste keer dat er nog over de term ‘libido’ ­geschreven (of gesproken) wordt. “De hele freudiaanse kijk op seks is namelijk fout. Het is geen biologische drift die zo nu en dan spontaan opborrelt, noch kent lust een geslacht. Ons seksuele responssysteem – het mechanisme dat ons doet verlangen naar intimiteit en seks – werkt bij iedereen, ongeacht het gender, namelijk op exact dezelfde manier.”

Hersenkronkels

Hoewel de clitoris en de penis een belangrijke rol spelen bij seksueel verlangen, is de hoofdrol in dit proces weggelegd voor een ander orgaan, dat ver boven de gordel ligt: ons brein. “Zin in seks komt allerminst uit het niets aanwaaien. Pas als we seksueel geprikkeld worden, kan er opwinding ontstaan. Van een knappe medepassagier op de trein tot een erotisch verhaal: alle dagelijkse indrukken die voor een jou een seksuele betekenis hebben, kunnen zo’n prikkel zijn.” 

“Het waarnemen ervan leidt er via allerlei stofjes in je brein toe dat er bloed naar de geslachtsorganen stroomt. Je raakt dus lichamelijk opgewonden, en je genitaliën gaan die informatie terugkoppelen naar het brein. ‘Is dit een prettig gevoel? Wil ik meer? Is het veilig?’ De geslachtsorganen mogen dan wel signalen doorgeven, het zijn de hersenen die betekenis geven aan bepaalde sensaties, en zo bepalen of we tot actie overgaan. Je kan ons brein dus beschouwen als ons belangrijkste ­seksorgaan.”

En dat orgaan ziet er bij mannen en vrouwen opvallend gelijk uit, bevestigt ook Janniko Georgiadis, een van de weinige neurowetenschappers ter wereld die onderzoek doen naar de hersenactiviteit tijdens seksuele opwinding. “Als mensen iets zien dat ze leuk of aantrekkelijk vinden, dan reageert hun brein daar op een vergelijkbare manier op. Ook het bestuderen van mannelijke en vrouwelijke orgasmes onder de scanner leverde weinig verschil op.”

Orgasmekloof 

In ons hoofd mogen we dan wel gelijk zijn, in de praktijk blijft het typische clichébeeld wel overeind: ‘Te weinig zin in seks is hoofdzakelijk een vrouwenklacht.’ Marieke Dewitte: “Als je brein seksuele prikkels opvangt, zet het vrijwel automatisch een lichamelijke reactie in gang. Dat proces verloopt buiten onze controle om. Vaak wordt opwinding verengd tot alleen die stijve penis of natte vagina, maar zin ontstaat pas als er ook sprake is van mentale opwinding, die je meer bewust ervaart.” 

“Bij mannen zien we dat de lichamelijke en mentale of subjectieve opwinding gelijk oplopen. Dat ze externe geslachtsdelen hebben, speelt hierbij wellicht een rol: hun erectie geeft hen onmiddellijk feedback over hun opwindingsniveau. Ook bij vrouwen reageert het lichaam binnen de paar seconden op een seksuele prikkel. Alleen geven ze aan dat ze zich niet opgewonden vóélen.”

Dat de vrouwelijke anatomie het minder makkelijk maakt om opwinding waar te nemen, is een verklarende factor. Maar niet de enige. “Alles hangt af van de betekenis die onze hersenen aan de prikkel toekennen. Daarbij spelen vroegere ervaringen een heel belangrijke rol. Een bevredigende ervaring is erg belonend voor je brein, en smaakt dus naar meer. Seks is met andere woorden iets dat je leert. Of afleert: blijft een hoogtepunt telkens uit, dan zal je gevoeligheid voor seksuele prikkels dalen.” 

Hier komt de beduchte orgasmekloof in beeld. Tijdens penetratieseks bij heterokoppels komt 95 procent van de mannen klaar, tegenover 30 procent van de vrouwen. Die cijfers verklaren meteen waarom vrouwen zogezegd te weinig zin hebben: deze vorm van seks heeft amper beloningswaarde voor hen, omdat penetratie vooral bevredigend is voor mannen.

Hormonen

Janniko Georgiadis: “Om prikkels te kunnen waarnemen, moet je centrale zenuwstelsel gevoelig genoeg zijn om ze te kunnen oppikken. Het zijn vooral de mannelijke geslachtshormonen, de androgenen, die daarvoor zorgen. Op dat vlak is er een belangrijk biologisch verschil tussen mannen en vrouwen. Hoewel de testosteronproductie bij mannen vanaf hun veertigste afneemt, blijft hun niveau hun hele leven lang voldoende hoog om het seksuele responssysteem op gang te houden. Bij vrouwen zijn die hormonale schommelingen daarentegen veel uitgesprokener, en grotendeels afhankelijk van hun cyclus en leeftijd. Tijdens de ovulatie is het testosterongehalte het hoogst, terwijl het hormoonniveau op andere momenten in de cyclus soms diep wegzakt. Na de menopauze duikt de productie van androgenen voorgoed de diepte in.”

Al leidt dat niet automatisch tot minder zin in seks. “Er zijn namelijk heel wat vrouwen die na de menopauze blijven vrijen – en gelukkig maar. Het hormonale aspect is dus maar een deel van het verhaal. Waarschijnlijk zijn het vooral de fijne ervaringen die je seksuele systeem op gang houden, je hele leven lang.”

Liefdeskaart

De ervaringen die je op intiem vlak opdoet, zijn dus bepalend voor de manier waarop seksualiteit wordt ­beleefd. Dat leerproces start al vroeg. Marieke Dewitte: “Het verlenen van betekenis aan seksuele prikkels – ‘Vind ik dit leuk of niet?’ – gebeurt op basis van eerdere ervaringen en herinneringen. Daarmee stel je volgens de Nieuw-Zeelandse seksuoloog John Money je eigen ‘lovemap’ samen, een soort denkbeeldige liefdeslandkaart waarop je specifieke voorkeuren beschreven staan.” 

“Wetenschappers gaan ervan uit dat die al rond ons achtste vorm begint te krijgen. Daarom kunnen seksuologen niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om al vroeg in de ontwikkeling een positief beeld te schetsen van seksualiteit en lichamelijkheid. En daar is een belangrijke rol weggelegd voor ouders en opvoeders.”

Janniko Georgiadis: “Seks is bij uitstek een sociaal leerproces, waarin we gaandeweg leren wat gepast is en wat niet. Het afremmen van seksuele prikkels gebeurt door de prefrontale schors, het deel van de voorste hersenen dat erg gevoelig is voor wat ‘hoort’ en wat niet. Vanuit neurowetenschappelijk oogpunt kan je dus stellen dat de heersende seksuele moraal – meisjes moeten vooral opletten en jongens mogen genieten – erg toxisch is: wie continu hoort dat seks niet mag of verkeerd is, gaat vanzelf minder zin krijgen.”

Genotscentrum

Gelukkig ben je nooit te oud om (bij) te leren, bevestigen beide experts. Dr. Dewitte: “De hersenen zijn heel flexibel op dat gebied: nieuwe, positievere ervaringen kunnen het seksuele responssysteem opnieuw afstellen. Bovendien kunnen we de gevoeligheid ervan zelf beïnvloeden. Als we verliefd zijn, doen we dat eigenlijk al constant – al zijn we ons daar vaak niet bewust zijn. We sturen elkaar gedurende de dag lieve of stoute berichtjes en kijken al reikhalzend uit naar de spannende date die ’s avonds volgt. Je brein prikkelbaarder maken, dat is dus vooral een kwestie van aandacht en context.”

Dr. Georgiadis: “Onze hersenen hebben geen ‘sekskern’: onderzoek wijst uit dat het hele brein één genotscentrum is, waarbij verschillende hersengebieden samenwerken om ons in hogere sferen te brengen. Die verwevenheid van hersennetwerken zorgt ervoor dat we onze seksuele ervaringen doelbewust kunnen sturen – en dus zin ­kunnen creëren. Dat maakt ons uniek als soort. Dieren kunnen dat niet.”

Ratten en fetisjen

Op het vlak van sekspartners en seksuele handelingen heeft ieder mens een individuele voorkeur. Over hoe die precies gevormd wordt, tast de wetenschap nog gedeeltelijk in het duister. “Waar de nature stopt en de nurture begint, valt bij mensen niet te toetsen: de eerste seksuele ervaring van proefpersonen manipuleren, zou namelijk onethisch zijn”, legt dr. Georgiadis uit. 

“De mens is sowieso een enorm ingewikkeld dier dat erg onderhevig is aan sociaal gedrag. Omdat we niet buiten de groep willen vallen, hebben we de neiging om aantrekkelijk te vinden wat anderen aantrekkelijk vinden. Tegelijkertijd ben ik er wel van overtuigd dat ieder mens van nature over een soort ‘voorsorteersysteem’ beschikt, dat prikkels selecteert op basis van een ingebakken voorkeur. Wat wel zeker is, is dat er bij mensen – net zoals bij heel veel andere diersoorten – nog ongelooflijk veel geleerd moet worden. Op ook seksueel gebied.”

Dat leerprocessen een belangrijke rol spelen, wordt ook bevestigd in dierproeven. In onderzoeken naar het seksuele responssysteem worden vaak ratten gebruikt, die vergelijkbare hersenprocessen hebben met mensen. Bij hen is het heel duidelijk dat de eerste seksuele ervaringen de basis leggen voor hun latere voorkeur. “Als een rat als eerste partner een vrouwtje heeft dat naar amandelen ruikt, raakt hij ook in zijn verdere leven opgewonden van vrouwtjes met die geur. Zelfs positieve ervaringen zonder seksuele connotatie zouden een impact kunnen hebben op onze latere partnerkeuze. Als je jonge ratjes van datzelfde amandelluchtje voorziet, zie je dat soortgenootjes die vaak met deze ‘amandelratjes’ speelden, een blijvende voorkeur voor deze geur ontwikkelen.”

Datzelfde rattenonderzoek kan ook het ontstaan van fetisjisme verklaren, oftewel een voorkeur voor ongebruikelijke seksuele prikkels. Mannetjesratten die hun eerste seksuele handelingen uitvoerden met een speciaal knaagdierjasje aan, konden later geen erectie meer krijgen zonder hun outfit. “Meestal is een fetisj gekoppeld aan een vroege herinnering: als je een bepaalde prikkel (bijvoorbeeld een slag op je billen) met een bepaalde ervaring (een erectie als schrikreactie) leert associëren, dan gaat die link zich mogelijk vastzetten in je brein”, zegt seksuologe Marieke Dewitte daarover. “Al spelen nog een heleboel andere factoren een rol. Zo weten we dat mensen met een autismespectrumstoornis vatbaarder zijn voor fetisjisme, omdat zij gevoeliger zijn voor sensorische prikkels.”

Nachtelijke sekscapades

“Lichamelijke opwinding hoeft niet altijd met seksueel verlangen gepaard te gaan. De natte droom is daar een bekend voorbeeld van”, legt Marieke Dewitte uit. “Tijdens je remslaap heb je een verhoogde hersenactiviteit. Onder ­impuls daarvan wordt er extra bloed naar de geslachtsdelen gestuwd, waardoor zo’n vier à vijf keer per nacht spontane erecties ontstaan, met soms een zaadlozing tot gevolg. Of een natte vagina, want natte dromen zijn allerminst iets exclusief mannelijks. Bij vrouwen valt die vochtige vagina ’s ochtends alleen wat minder op.”

“Het nattedroommechanisme staat los van enige seksuele betekenis: het is een automatisch proces dat bedoeld is om het systeem gesmeerd te houden”, benadrukt de seksuologe. “Wat niet hoeft te betekenen dat je ’s nachts geen erotische prikkels kan ervaren in je dromen.”

In dromenland tot een hoogtepunt komen en vervolgens heel gelukzalig wakker worden. Het kan wel degelijk, bevestigt de hersenwetenschapper. “Tijdens onze slaap vallen er sowieso een aantal remmingen weg die er overdag wel zijn. Bovendien toont onderzoek aan dat klaarkomen ook kan zonder dat de geslachtsdelen gestimuleerd worden. Van mensen met een dwarslaesie – een onderbreking van de zenuwbanen die in het ruggenmerg lopen, met verlamming tot gevolg – is bijvoorbeeld geweten dat zij soms nog een hoogtepunt kunnen bereiken, ook al hebben ze geen gevoel meer in hun geslachtsdeel. Dat doet ons vermoeden dat een orgasme een exclusief ‘hersen-event’ kan zijn – een overtuiging die ook binnen de tantrafilosofie sterk leeft. Helaas vallen erotische dromen niet te onderzoeken wegens hun onvoorspelbaarheid.”