Gezond en gelukkig leven begint hier en nu

Abonneer

Hoe onderscheid je tussen narcisme en eigenliefde? “Mannen hebben meer narcistische trekken dan vrouwen”

doorNathalie Topsop 30/09/2022

Donald Trump, Kanye West, Cristiano Ronaldo en de ex van je beste vriendin, het lijkt wel alsof er nooit meer narcisten waren dan nu. Gek is dat niet, verhelderen twee narcisme-experts: “Niemand is 100 procent niet-narcistisch. We bezitten die karaktertrek allemaal.” En maar goed ook, want eigendunk helpt je vooruit in het leven. De experts lichten toe hoe, en geven aan waar de grens tussen gezonde en toxische eigenliefde ligt. “De helft van de narcisten raakt van hun diagnose verlost.”

“Een ziekelijke liefde voor zichzelf”. Zo staat narcisme omschreven in ’s lands bekendste verklarende woordenboek. Komt daar binnenkort het kopje ‘virus’ bij? Als we afgaan op het veelvuldige gebruik van het woord, dan lijkt ik-zucht in elk geval de nieuwe epidemie. Springt je relatie af? Sowieso de schuld van je narcistische ex. Ontslagen? Te wijten aan die narcist van een baas. En die vervelende automobilist die je net de pas afsneed, krijgt het woord ook naar z’n hoofd geflikkerd. Om maar te zeggen: Narcissus, de mythische figuur die te boek staat als de eerste narcist ooit, is niet alleen onsterfelijk geworden als bloem, maar ook als scheldwoord.

Voortaan toch maar een beetje opletten vooraleer we dit n-woord nog eens in de mond nemen, waarschuwt ontwikkelingspsycholoog en narcisme-onderzoeker Eddie Brummelman (Universiteit van Amsterdam). Want wat je zegt, ben je zelf. “Met het etiket ‘narcist’, dat we tegenwoordig maar al te gretig uitdelen, benadrukken we een kwalitatief verschil tussen onszelf en de ander: jij bent anders dan ik. Terwijl niemand 100 procent narcistisch of 100 procent niet-narcistisch is. We bezitten deze karaktertrek ­allemaal in meer of mindere mate.”

“Vindt iedereen me zo geweldig als ik mezelf vind?” Dit typeert een échte narcist

“Ons zelfbeeld is een glijdende schaal”, legt de psycholoog uit. “Aan de linkerzijde heb je bescheidenheid, aan de rechterkant het opgeblazen ego, oftewel datgene wat we narcisme noemen. De meeste mensen zweven ergens tussen deze twee extremen in, afhankelijk van de context. Vergelijk het met verlegenheid: iedereen krijgt weleens een blos op zijn wangen of staat af en toe met de mond vol tanden. Alleen heeft de een dat wat vaker dan de ander. Zo gaat het ook bij de persoonlijkheidstrek narcisme.”

Eigenliefde is niemand vreemd, bewijzen talloze psychologische onderzoeken. Dat we andere mensen knapper vinden naarmate ze meer op ons lijken en ons aangetrokken voelen tot mensen met hetzelfde karakter, illustreert deze ingebakken ik-zucht. Niks mis dus met een sporadische opwelling van eigendunk. Tenzij je tot de zes procent van de bevolking behoort bij wie de drang naar zelfverheerlijking een constante wordt: zij lijden aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis.

“Dat mensen af en toe de neiging hebben om zichzelf als belangrijker in te schatten dan een ander, is normaal. Maar iemand met een narcistische persoonlijkheid loopt altijd met die gedachte rond. Hij voelt zich constant verheven boven alles en iedereen en is geobsedeerd door één vraag: vinden anderen mij even geweldig als ik mezelf vind?”

Narcistische trekjes helpen je in je carrière, in de liefde,...

“Narcisme blijft toenemen”, koppen kranten al jaren. Dat blijkt slechts gedeeltelijk waar: sinds de jaren ‘70 steeg het aantal mensen met narcistische trekken inderdaad gestaag, maar de kentering lijkt in zicht. “Er zijn aanwijzingen dat onze maatschappij de laatste jaren, vooral sinds de economische crisis van 2008, minder individualistisch en narcistisch is geworden”, zegt Brummelman.

Op televisie blijft de ik-zucht wel oververtegenwoordigd: zo scoort de Amerikaanse ex-president Donald Trump hoog op zelfoverschatting, gebrek aan empathie en verslaving aan belangstelling — de kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Of hij er écht een is, daar moet de wetenschap het antwoord schuldig op blijven: een collega van Brummelman heeft Trump herhaaldelijk een narcismevragenlijst toegestuurd, maar voorlopig bleef reactie uit.

Hoewel wellicht weinig mensen het flatterend vinden om vergeleken te worden met een figuur als Trump, heeft de narcist op papier wel veel voordelen. Narcissus hoefde over puist noch badhairday te piekeren, terwijl de man met de oranje teint er nog altijd heilig van overtuigd is dat de verkiezingen van 2020 van hem ‘gestolen’ werden. En het allergrootste gemis in het leven van rapper Kanye West? Dat is niet zijn breuk met Kim Kardashian, wél het besef dat hij zichzelf nooit live zal kunnen zien optreden.

Wetenschappelijke studies lijken in ieder geval te bewijzen dat ongebreidelde eigendunk loont. “Bij het solliciteren oogsten mensen met narcistische trekken bijvoorbeeld bovengemiddeld vaak succes, zélfs als ze minder werkervaring hebben dan de andere kandidaten. Ook op romantisch vlak vallen ze in de smaak: tijdens een speeddating-experiment bleken bleken mensen die hoog scoorden op de narcismeschaal erg in trek bij de andere deelnemers, vooral dan voor een onenightstand. In een andere proef werden mensen met narcistische trekken dan weer steevast als aantrekkelijker beoordeeld dan minder narcistische deelnemers — zelfs zonder make-up en in saaie grijze jogging.”

Hun succes heeft echter een beperkte houdbaarheidsdatum. “Mensen met narcistische trekken maken een steeds slechtere indruk naarmate hun relaties intiemer worden, omdat ze mateloos opscheppen over zichzelf en lichtgeraakt zijn. In plaats van zich te verbinden met anderen, willen ze zich immers constant onderscheiden van anderen. Dat is niet alleen nefast voor hun relaties, maar ook voor zichzelf. Vrienden, collega’s en geliefden nemen afstand, terwijl het uitblijven van bevestiging eenzaamheid, stress en agressie kan veroorzaken. Het gevoel van afwijzing leidt niet zelden tot angststoornissen, depressies en drugsmisbruik.”

De narcist is niet hélemaal verloren, zeggen experts: “Je kan dat afleren”

Een pijnlijk voorbeeld van het lijden van de narcist kwam naar voren uit een eigen experiment van Brummelman en zijn collega Barbara Nevicka. “Mensen die hoog scoren op narcisme ontbreekt het vaak aan hechte, langdurige relaties. Wij wilden weten hoeveel vriendschappen meer narcistische proefpersonen hadden en hoe ze deze in stand hielden. Helaas bleek er weinig te onderzoeken: de mensen die door de proefpersonen als vrienden werden opgegeven, antwoordden zelden op onze contactverzoeken. Als ze al reageerden, mailden ze botweg terug: ‘Waarom ziet deze persoon mij als vriend?’”

Is een narcist dan reddeloos verloren? Niet als hij erin slaagt om zelfverheerlijking om te buigen naar zelfwaardering. “Dat is een gezonde vorm van eigenliefde die iedereen zichzelf eigen kan maken. Ook mensen die kampen met narcisme”, stelt Brummelman. Deze persoonlijkheidstrek is namelijk gebaseerd op kernovertuigingen die in de jeugd ontwikkeld werden. En wat aangeleerd is, kan ook weer afgeleerd worden. Een belangrijke strategie daarbij: focus niet langer op de prestaties van anderen, maar op je eigen groei- en leerproces. Zo verdwijnt de druk om constant uit te blinken.” Sociale contacten kunnen hierbij helpen.

“Voor een onderzoek werden tientallen mensen met een narcistische persoonlijkheidsstoornis jarenlang gevolgd. De helft van hen raakte op een gegeven moment van hun diagnose verlost. Sommigen omdat ze in therapie gingen, anderen omdat ze stabiele vriendschappen of partnerrelaties aangingen. Wat zulke relaties kenmerkt, is gelijkwaardigheid, wederkerigheid en onvoorwaardelijkheid: mensen met narcistische trekken merken zo dat ze niet speciaal of bijzonder hoeven te zijn om de liefde en waardering van anderen te ontvangen. Daardoor wordt het narcistische superioriteitsgevoel geleidelijk vervangen door wederkerige gevoelens van liefde en waardering.”

IJdel zijn kan ook heel positief werken

Het opvallendste kenmerk van narcisme is een onstilbare behoefte aan bewondering. Wie vijf minuten door Instagram scrolt, zou kunnen denken dat we daar allemaal naar verlangen. Volgens filosoof Frank Meester schuilt er achter al die mooie plaatjes geen ongezonde eigendunk, maar wel ijdelheid. En dat is — anders dan de Bijbel al jaar en dag beweert — geen hoofdzonde, maar wel een deugd. “Het begrip ‘ijdelheid’ heeft verschillende, nogal tegengestelde betekenissen. De ene meent dat ijdelheid een slechte eigenschap is omdat de ijdeltuit alleen maar bezig is met zichzelf, de ander omdat de ijdele alleen gericht is op de mening van anderen.”

“Als we geen waarde zouden hechten aan de mening van anderen, zouden we binnen de kortste keren uit de maatschappij worden verstoten. Wie té veel bezig is met de mening van anderen, verdwijnt even goed in de coulissen.” Een beetje ijdelheid is dus gezond? “Ja, om Aristoteles aan te halen: een deugd is steeds het juiste midden tussen twee uitersten.”

Op sociale media zegeviert ijdelheid ... maakt het ons dan ook narcistischer?

Een sprekend voorbeeld van hoe ijdelheid werkt in deze tijd, vinden we — hoe kan het ook anders — op sociale media. “Het medium bij uitstek waarop we onszelf van onze mooiste kant laten zien. Maar terwijl we zo’n post maken, kijken we wel even door de bril van de ander: wat gaan mensen van deze uitspraak of foto vinden? Hoe zullen ze op basis hiervan naar me kijken? Zo zorgt ijdelheid ervoor dat we over onszelf reflecteren, nadenken over hoe we overkomen en ons zo nodig aanpassen aan de ander. Dat is telkens weer een evenwichtsoefening tussen jezelf profileren en conformeren aan de normen en waarden van de groep.

Wie er niet in slaagt de juiste balans te vinden die de context vereist, gaat op z’n bek. Een sprekend voorbeeld daarvan is het relaas van de Amerikaanse Justine Sacco. Net voor haar vliegtuig opsteeg, tweette ze nog even een ‘mopje’: ‘Onderweg naar Afrika. Hopelijk krijg ik geen aids. Grapje! Ik ben blank’. Terwijl ze zonder wifi in de lucht hing, ging de tweet viraal: ze werd online aan de schandpaal genageld, verloor haar job en ontving zelfs doodsbedreigingen.’

IJdelheid is dus een soort sociaal controlemechanisme. “Op Instagram wordt veel minder gescholden dan op Twitter. Hoe zou dat komen? Waarschijnlijk doordat het medium anders is gebouwd: Instagram is veel meer op beeld gericht en daardoor op mensen en gezichten. Dat maakt het medium minder anoniem.”

Maar maken sociale media ons ook echt narcistisch(er)? “Nee”, zegt Brummelman. “Sociale media zijn waarschijnlijk een symptoom, geen oorzaak. Doorgaans posten mensen met narcistische trekken vaker iets, laten ze zich positiever uit over zichzelf en hebben ze meer online vrienden. Want hoe groter het netwerk, hoe meer kans op reactie. Een like krijgen activeert dezelfde beloningscentra in je hersenen als een compliment. Hoe meer duimpjes ze krijgen, hoe meer ‘objectief’ en publiek bewijs ze hebben voor iets wat ze zelf allang wisten: dat zij de beste zijn.”

IJdelheid maakt doorzetters van ons

Al draait de deugd om veel meer dan aardig gevonden worden, poneert de filosoof. “Het is een evolutionair ingebakken mechanisme waaraan we het voortbestaan van onze soort te danken hebben. Op zich lijkt ons leven op dat van de mieren in onze tuin: ook wij ploeteren elke dag maar wat, en op het einde van de rit gaan we dood. Zij beseffen dat niet, wij wel. Wat drijft ons dan om toch te blijven doorgaan? Erkenning. “

“Als je zo ijdel bent dat je succesvol wil zijn en ergens in probeert te excelleren, moet je volgens Nietzsche vooral hard werken. En dat doen we elke dag weer: we zijn blij met ieder complimentje en putten daar kracht uit om door te gaan met oefenen. Dankzij ijdelheid bestaan de allergrootste kunstwerken en de mooiste gebouwen en vinden wij, gewone stervelingen, in onze allerkleinste succesjes een reden om door te gaan.”

Typisch mannelijk?

Het prototype van een narcist in series, films of boeken is steevast een man. Berust dat op wetenschappelijk bewijs? “Gemiddeld genomen hebben mannen inderdaad iets meer narcistische trekken dan vrouwen. Vandaar dat de extreme uitschieters ook vaker man zijn”, bevestigt de ontwikkelingspsycholoog. “Tegelijk tonen tests telkens weer aan dat de genderverschillen verrassend klein zijn. Zo’n narcismevragenlijst heeft meerdere subschalen. Eén daarvan peilt naar leiderschap, met statements als ‘ik vind mezelf uitsteken boven de rest’ en ‘ik vind het moeilijk om bevelen aan te nemen van anderen’. Het is vooral in deze subschaal dat mannen opvallend hoger scoren dan vrouwen. Mogelijk vertekenen de heersende, vastgeroeste rollenpatronen dus ook de narcismecijfers bij vrouwen, en zal het genderverschil in de toekomst nog verder uitgevlakt worden.”

De twee gezichten van de narcist

Eddie Brummelman: “Narcisme kent twee dimensies: enerzijds heb je grandioos narcisme, anderzijds kwetsbaar narcisme. De eerste is het meest gekend, en het meest zichtbaar: het wordt gekenmerkt door borstklopperij, arrogantie en een constante drang om het middelpunt op te zoeken. 

De tweede dimensie manifesteert zich eerder in teruggetrokken gedrag, depressieve gevoelens en angst om afgewezen of bekritiseerd te worden. Situaties waarin de zelfwaardering kan worden aangetast, worden vermeden. 

Omdat beide dimensies tegenpolen van elkaar lijken, worden ze vaak als afzonderlijke narcistische subtypes weggezet. Steeds meer onderzoek bewijst echter het tegendeel: narcisten dragen beide kanten in zich, maar de context bepaalt welke van de twee komt bovendrijven. Gaat het goed op hun werk, dan kloppen ze zich openlijk op de borst. Maar als ze vaak afgewezen worden, trekken ze zich angstig terug uit de spotlights.”

Zo stinkt eigen stoef niet

Wil je opscheppen zonder over te komen als een blaaskaak? Hou dan de volgende vier principes in gedachten, tipt Eddie Brummelman.

1. Doe het met mate. Praat niet te veel over jezelf, want anders verschijn je al snel op iemands opschepradar.

2. Vergelijk jezelf niet met anderen. Het is effectiever om te zeggen dat je ergens goed in bent dan om te zeggen dat je ergens beter in bent dan anderen. Je kan jezelf prima in een goed daglicht zetten zonder anderen af te kraken.

3. Vergelijk jezelf met jezelf. Benadruk het leer- en groeiproces dat je hebt doorgemaakt, bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik heb de afgelopen jaren hard getraind, waardoor ik steeds fitter ben geworden.’ Zo merken mensen dat je geeft om persoonlijke groei en dat je successen je niet zijn komen aanwaaien.

4. Blijf bij de feiten. Mensen vinden het belangrijk dat ze op andermans woorden kunnen vertrouwen. Wanneer je dingen zegt die achteraf overdreven blijken, zal je meer aanzien verliezen dan je met opschepperij kan winnen.